dinsdag 9 maart 2010

De blauwe koorts


































We gaan op bezoek bij de drie palombières die Saint-Pompon telt. Wanneer u weet dat een palombe een houtduif is, weet u dat de Fransen jacht op die beestjes maken. Jaarlijks tussen 1 oktober en 15 november komen de houtduiven in kleine colonnes het gebied voorbij, op weg naar het warme zuiden. Dit is de periode dat in het gehele zuidwesten van Frankrijk la fièvre bleue heerst, de blauwe koorts. De gepassioneerden van de jacht zijn dan gedurende zes weken in één van de palombières te vinden. Die passie kan zelfs zóver gaan dat de kapper zijn klanten in de palombière knipt en de pastoor er zijn spreekuur houdt. Urenlang tuurt men naar de horizon tot er dan plotseling een vlucht houtduiven verschijnt.
Een palombière is een vernuftig systeem dat het hele jaar door veel werk en onderhoud vergt. Sommige zijn op de grond gebouwd, zoals die van Pierrot, andere bevinden zich hoog in de bomen, zoals bij Jean-Louis. En zelfs kan de passie zodanig uit de hand lopen, dat de palombière vol electronica zit, zoals bij Claude. Laten we eens bezoekjes afleggen aan de drie.

































Bij Jean-Louis
De palombière van Jean-Louis Gutierrez bevindt zich hoog op een beboste heuvel aan de westkant van het dorp. Wanneer we het gebied naderen, waarschuwen allerlei bordjes ons dat we stil en waakzaam moeten zijn. We fluiten een keer, want dat is het afgesproken teken, tien minuten later komt de jager ons halen en neemt ons mee naar zijn boomhut op 14 meter hoogte. In de hut is het gezellig, zelfs is een keuken aanwezig en de koffie pruttelt. Van hieruit is het uitzicht sensationeel. Via het dal van de Céou kunnen we het stadje Domme goed zien liggen. In de hut zien we een ingewikkelde wirwar van draden. Hiermee worden de diverse loktechnieken aangestuurd, die in de omgeving zijn gebouwd. Op strategische plaatsen rond de hut zitten levende houtduiven, op een paaltje vastgemaakt. Door aan een touwtje te trekken, gaan die met hun vleugels klapperen. En ook zijn er in de bomen hokken opgesteld waarin tamme duiven zitten. Zodra zo'n hok via een touwtje wordt geopend, komt een duif naar de hut gevlogen en krijgt dan als beloning twee maïskorrels. De zeer schuwe wilde houtduiven zien dat er beneden collega's zijn. Dat wil voor hen zeggen dat het er veilig is én dat er eten te vinden is. De bedoeling is dat de wilde duiven naar de richting van de hut worden gelokt. De jager is dagelijks van half zeven 's ochtends tot zeven uur 's avonds in zijn palombière te vinden, vaak met bezoek van collega's. Gedurende het volledige vorige seizoen heeft Jean-Louis in totaal 40 duiven geschoten, dat is een zéér mager resultaat bij alle werk en investeringen. Volgens Jean-Louis gaat het daar helemaal niet om. Het is vooral de natuur, de stilte, de eenzaamheid, de kleuren, de verre geluiden en de wisselende luchten die tellen. Je ziet de hele dag door allerlei vogels, dat is veel belangrijker dan de buit.
Bij Pierrot
Pierrot heeft zijn palombière, die hoog op een steile heuvel ligt, onlangs geheel vernieuwd. Zijn infrastruktuur bevindt zich op de begane grond en het is luxe alom. De grote keuken die ook als eetkamer dient, is netjes betegeld en zelfs beschikt hij over een toilet met waterspoeling. Zijn vrouw Mireille komt dagelijks tegen lunchtijd naar de palombière gereden om voor de dappere jagers een stevige maaltijd te bereiden. In tegenstelling tot de palombière van Jean-Louis, waar een immense rust heerst, is het hier vooral de gezelligheid die opvalt. Een goed glas muscat wordt gevolgd door een glas pastis. Maar op het moment dat de verkenner fluit, ten teken dat er een vlucht in aantocht is, verandert de sfeer op slag. Dan is iedereen tot in de vingertoppen op zijn hoede, de spanning is dan te snijden. Pierrot geniet zichtbaar van zijn palombière. Het doet hem plezier om anderen plezier te bieden. Dat is ook de reden waarom hij destijds met zijn camping Le Trel startte, een gezellige familiecamping met zwembad, bar, terras en wekelijkse barbecue.
Deze palombière is een gecamoufleerd vierkant gebouw met gecamoufleerde kijk- en schietgaten. Zelfs van enkele meters afstand is het voor een leek nauwelijks te zien. Aan beide zijden van het gebouw zijn tunnels gemaakt van riet, varens en takken. Ook vanuit deze tunnels kan worden geschoten. De loktechnieken die we bij Jean-Louis zagen, zijn ook hier volop aanwezig. Maar touwtjes ontbreken, want de hokjes van de getrainde duiven worden electrisch aangestuurd. Dit gebeurt vanuit de 'commandopost', het hoogste punt van de palombière.

Bij Claude
Wat we tot nu toe gezien hebben, is allemaal klein bier vergeleken met de palombière van Claude. Deze oud-industrieel heeft zijn palombière in de loop van vijfentwintig jaar uitgebouwd tot een electronisch wonderland. De hut bevindt zich maar liefst op 18 meter hoogte in een dikke boom, maar een trap hoef je niet te beklimmen. Er is, jawel midden in de bossen, een heuse personenlift gebouwd die de mensen op comfortabele wijze naar boven en beneden brengt. Eenmaal boven aangekomen, zie je vooral electrische bedradingen. Hier heerst een volstrekt andere sfeer. Het is Claude vooral om resultaat te doen, hij wil gewoon de beste zijn. Aan boord heerst een strenge discipline, er wordt nauwelijks een woord gesproken en roken of drinken doet men hier niet. Verbluffend is de commandopost die op de brug van een onderzeeër lijkt. Deze heeft een dashboard met tientallen knoppen en knopjes. Zodra een vlucht duiven zich aandient, drukt Claude op een knop. Met een kort sissend geluid wordt het dak van de commandopost pneumatisch gesloten, vallen er gordijen voor de uitkijkgaten, wordt de radio automatisch uitgezet, valt de lift stil, enzovoort. Vervolgens speelt hij met knopjes die de eigen duiven rond de palombière in beweging zetten. Op de computer wordt alles van minuut tot minuut geregistreerd in een Excel-bestand. Claude staat in voortdurend contact met de buitenwereld. Via de boordradio wisselt hij gegevens uit met andere palombières in de wijde omgeving en ook speelt hij zijn statistieken dagelijks door naar Parijs. In totaal telt Frankrijk 89 van deze correspondenten en zo worden de landelijke gegevens verzameld. De statistieken zeggen dat gedurende het vorige seizoen 0,63% van de trekkende duiven werd neergehaald. Vermoedelijk zullen roofvogels en windmolens hogere statistieken halen. Claude zegt trots dat zijn palombière 0,93% scoorde.



Smakelijk
Terwijl we met onze reportage bezig zijn, worden we door Jean-Louis uitgenodigd om de duifjes bij hem thuis te komen degusteren. Zijn vrouw Géneviève heeft grootmoeders recept uit de kast gehaald. Ze verwijdert uit de duiven alleen het darmkanaal, vult het diertje met foie gras, zout en peper en bindt de duif op met buikspek. De beestjes krijgen een touwtje om hun nekje en worden voor het open haardvuur opgehangen. Om de hitte wat af te schermen, is voor het vuur een ijzeren plaat gezet. Een rôtissoire avant la lettre dus. Het sap dat de duifjes tijdens het garen uitlekken, wordt opgevangen op sneden brood die met knoflook en foie gras besmeerd zijn. Na twee uur is alles klaar. Inmiddels hebben we ons voorgerecht dan al op: spiegeleitjes met truffel.

Ongeladen
Wanneer je zo een tijdje in de palombières doorbrengt, komen vele onzinnigheden en wijsheden naar boven. Pierrot vertelt een anecdote: Een geschoten palombe viel op de rug van een haas. Deze wilde wegrennen en krabte met zijn poten in de grond, op een plek waar een truffel van een kilo zat. Jean-Louis is meer filosofisch. Hij zegt: À Saint Luc, c'est la grande truc. De feestdag van die heilige Luc valt op 18 oktober, het toppunt van het palombe-seizoen. Ook anderen kennen rijmpjes. Pluie à novembre c'est noël à decembre, regen in november is kerstmis in december, grapt er een. Tussendoor komt er vanuit de commandopost een veelbetekenende waarschuwing: Un vol! Iedereen rent door elkaar en zoekt zijn wapen. De jager legt aan en we horen een klik. Vergeten om het geweer te laden. Dan maar weer wachten op de volgende vlucht. Er roept iemand: Le vol de 15 h va pas tarder, de vlucht van 15 uur zal geen vertraging hebben. Dat heeft hij zeker op een vliegveld gehoord. Er wordt gelachen. En zo kunnen de wilde duiven redelijk veilig hun jaarlijkse trek maken, ondanks de vele palombières die ze moeten passeren. Het gaat niet zo zeer om de duiven, het gaat om de cultuur, de vriendschap, de natuur, de spanning en het glas. Straks is het seizoen alweer voorbij. Toch zal het in en rond de palombières niet rustig zijn, want het enorme onderhoud moet weer gebeuren. En zo leven de mensen van Saint Pompon met hun seizoenen. Fantastisch!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten