donderdag 31 maart 2011

Onlogisch

Een tijd geleden liet ik in een aantal foto's op deze blog zien hoe onlogisch de dingen in Saint-Pompon kunnen zijn. Aan die collectie kan ik nu een mooi exemplaar toevoegen. Het is onvoorstelbaar maar waar: de garagepoort is voor eeuwig geblokkeerd dankzij enkele stopcontacten die men voor marktkramers heeft aangelegd. Wij zouden het in elk geval ietsje anders doen.

woensdag 30 maart 2011

Eeuwige rust

In Saint-Pompon zijn twee begraafplaatsen. De ene, de meest moderne maar toch al op leeftijd, ligt buiten het dorp aan de weg naar Besse. De andere was altijd volkomen verstopt. Nu zijn vrijwilligers flink aan het snoeien geweest in de rimboe achter de kerk. En zo kwamen de restanten van de oude begraafplaats tevoorschijn die vermoedelijk vanaf de twaalfde totaan het begin van de twintigste eeuw dienst deed. Bij ons in het noorden wordt een graf na veertig jaar geruimd, in Saint-Pompon ligt dat anders. Daar zie je zelfs nog bloemetjes staan op een graf van iemand die vermoedelijk Napoléon nog meemaakte.




dinsdag 29 maart 2011

Caroline

Enkele jaren geleden maakte ik op deze blog al melding dat zelfs Caroline in Saint-Pompon is geweest. De naam Caroline zegt u wellicht niet veel, voor Franse kinderen is het een echte vedette. De boekenserie heeft al vele generaties meisjes rode oortjes bezorgd. Op een Franse rommelmarkt (in Mussidan) kwam ik plotseling de eerste druk uit 1963 van de aflevering tegen waarin Caroline met haar circus Saint-Pompon bezoekt. Uiteraard kocht ik het boek, het is een zeldzaamheid.
Un beau matin, le petit village de Saint-Pompon est réveillé par des cries joyeux et des éclats de fanfare.
Op een mooie ochtend wordt het dorpje Saint-Pompon wakker door vrolijke kreten en trompetgeschal.

, dit Caroline aux enfants de Saint-Pompon. répondent en choeur Caroline et ses amis.
"Tot de volgende keer, mijn lieve vriendjes, we komen terug", belooft Caroline de kinderen van Saint-Pompon. Wanneer? Ja, wanneer? vragen de kinderen. "Volgend jaar", antwoorden Caroline en haar vrienden in koor.
Mooi hè!

zondag 27 maart 2011

Vélo Tout Terrain

Wat men bij ons met een deftig Nederlands woord "mountain bike" noemen, heet in Frankrijk "VTT". Dat staat voor: Vélo Tout Terrain. Het is een sport die mede dankzij de Olympische Spelen enorm in opkomst is. In Europa bestaat er een wedstrijdcircuit, waarin het kleine dorpje Saint-Pompon een rol van betekenis speelt. Jaarlijks met pinksteren wordt hier de Pomponnaise gehouden, een wedstrijdprogramma dat meetelt voor het wereldkampioenschap en waarbij dus alle groten der fietsaarde aanwezig zijn. Maar niet alleen om topsporters is het te doen, ook nemen vele duizenden liefhebbers hieraan deel. Er zijn circuits van 10, 20, 40 en 60 kilometer door ons wondermooie landschap uitgezet. U kunt zich inschrijven via http://www.pomponnaise.com/

Op 14 augustus vindt nog een ander VTT-evenement plaats, spectaculair om mee te maken. De coureurs rijden dan een short track parcours in de straatjes en steegjes van ons dorp. Op de foto ziet u ze ons huis voorbij komen.

zaterdag 26 maart 2011

Truffelboter

Tweemaal per jaar gaan we helemààl uit ons dak. Dat is wanneer er bij ons een nieuw partijtje truffels arriveert. Gisteren was het weer zover: 2,6 kilo, de allerlaatste van het seizoen. Carine maakt ze met een kwastje en borsteltje allemaal zorgvuldig proper en dan worden ze geweckt. De traditie wil echter dat we één flinke truffel reserveren voor de truffelboter. Het recept is eenvoudig: een Melanosporum (geen ander ras!) in zeer fijne brunoise snijden en mengen met een halve kilo boter. Na een paar uur is de truffel helemaal in de boter overgegaan. We knabbelen dat spul op met behulp van dunne plakjes brood en wat grof zeezout. Het is de beloning voor een hele dag werken. Gisterenavond al was de truffelboter nagenoeg opgegeten, waardoor ik vannacht tweemaal mijn bed uit moest voor een rennie. Ach, dat mag dan ook wel.
De grote hoeveelheid volle weckpotten en -potjes, daar gaan we tot aan de volgende winter veel plezier aan beleven. Ook geven we wel eens een potje kado aan "visiteurs".

vrijdag 25 maart 2011

Helemaal klaar


De forge (voormalige dorpssmederij van Saint Pompon) is sinds gisteren hééélemaal klaar. Na drie jaar ploeteren mag het resultaat er zijn, denk ik...


donderdag 24 maart 2011

Kuttebøllen

Gisteren zijn Carine en ik naar Ikea gegaan. Het dichtstbijzijnde filiaal is in Toulouse, nog altijd 160 kilometer bij ons vandaan. We moesten enkele niet al te prijzige meubeltjes hebben voor de forge, waarvan de verbouwing nu helemaal klaar is. Een Ikea in Frankrijk ziet er precies hetzelfde uit als in België of Nederland, alleen het personeel is anders, klantvriendelijkheid is nu eenmaal niet bepaald een Franse eigenschap. Waar de Franse Ikea helemaal identiek in is: de geur. Zodra je zo'n tent binnenkomt en de luiergeur van de ballenbak achter je hebt gelaten, vult je neus zich met een weeïg geurtje dat typisch Ikea is en uit de ruimte komt die men intern als "restaurant" betitelt. Dat is heel smerig en afkomstig van opgewarmde bruinachtige balletjes en hun bruinachtige sausje. Die dingen hebben een onuitspreekbare vieze Zweedse naam die ik alweer vergeten ben, dus moet ik zelf een naam bedenken. Lullesmulle of zoiets. Het kunnen ook kutteböllen zijn. Of was het nu smørrekutte? Of Elandskløten?

zaterdag 19 maart 2011

Flitspalen




Ze staan overal. Behalve in Frankrijk, want hier zijn het flitskasten. Ze staan langs de weg gewoon op de grond en zijn nauwelijks een meter hoog. Opmerkelijk is dat ze vrijwel nooit vernield worden, terwijl de Fransen met hun puntenrijbewijs er alle redenen voor zouden kunnen hebben. Je zou de flitskasten gewoon kunnen voorzien van een vuilniszak, maart ook dat heb ik nooit gezien. Waarom worden de kasten niet vernield? Ik denk het antwoord te weten. Enkele honderden meters vóór zo'n kast word je keurig door middel van een enorm verkeersbord gewaarschuwd dat je geflitst gaat worden. De Franse overheid zet de kasten neer op plaatsen waar snelheid gevaarlijk is, dank zij de waarschuwingsborden rijdt iedereen rustig op die plekken.


Heel anders is het in Nederland en België. Daar staan de palen zodanig opgesteld dat ze veel geld in het laatje brengen. Dus zonder waarschuwing uiteraard. De overheid die boos is op het vernielen van flitspalen, zou vooral eens bij zichzelf te rade moeten gaan...

Let overigens in Frankrijk niet alleen op de waarschuwingsborden. De dappere gendarmerie, die vaak geheimelijk ergens in de bosjes staat opgesteld, beschikt namelijk over radarkijkers.


Spierpijn

Vanochtend zitten Carine en ik allebei als zielige kanariepietjes aan de computer. Wat is het geval? Gisteren zijn we voor het eerst weer begonnen met onze verbouwingen. De forge, de oude dorpssmederij, moet worden afgewerkt om gasten te kunnen ontvangen. Carine begon gisteren met het beitsen van de laatste stukken plafond, ik monteerde verwarmingselementen. Dat wij ons zo zielig voelen, is omdat we allebei barsten van de spierpijn. Ons ochtendlijke koffieuurtje duurt daarom vandaag twee uur. Maar straks zullen we op onze tanden bijten, enkele pijnlijke rek- en strekoefeningen doen en er weer tegenaan gaan. Het plafond afmaken, de nieuwe parketvloer olieën, hier en daar een likje verf plegen, het onkruid in de tuin verdelgen, de verlichting afwerken, enzovoort. Over een dag of drie hopen we helemaal klaar te zijn. Het is dan alleen nog wachten op de dingen die ik heb besteld, zoals een nieuwe dakgoot, metalen roosters op de vloerverwarmingen en een glasplaat in de vloer (waardoor je straks de gallo-romeinse vloer kunt blijven zien). Maar eerst de spierpijn overwinnen...!

donderdag 17 maart 2011

Mijn ti'ponch

Wij in de lage landen gebruiken veel specerijen. Een muskaatnoot, een pijpje kaneel, een handvol kruidnagels of een haffeltje cardamom, ze zijn nooit ver weg. Dus vonden wij het heel normaal om onze keuken in Saint-Pompon te voorzien van een groot aantal specerijen, uiteraard de beste, dus van Verstegen. Hiervoor hadden we bij Blokker een partijtje glazen apothekerspotjes gekocht. Franse buren die op bezoek kwamen, snapten daar helemaal niets van. Wat is dit? Waar dient dat voor? In Franse plattelandskeukens kom je hoegenaamd geen specerijen tegen, alleen peper van de ergste soort. Als smaakmakers gebruiken ze verse tuinkruiden, veel ui en knoflook, zelfgeplukte jeneverbes en eendenvet. In een restaurantkeuken kan je daarnaast eventueel nog vanille en steranijs vinden. C'est ça.

Het werd de hoogste tijd om de Fransen eens te leren wat specerijen zijn en dat is inmiddels tot een jaarlijkse traditie uitgegroeid: mijn zomerse ti'ponch. Dit woord is een verbastering van "petit punch", een klein duwtje. Hiervoor neem ik voor de helft blanke rum "Agricole" en voor de helft sinaasappelsap. Daar doe ik allerlei specerijen bij, zoals een kaneelstok, een halve vanillepeul, enkele kruidnagels, steranijs, cardamom, jeneverbes, foelie, zoethout, piment en laurier. Dit laat ik een week in de koelkast staan en dan heb ik de moeder aller moeders. Een kwart giet ik over in een andere schenkkan en voeg een kwart rum en driekwart sinaasappelsap bij. Er kan nu gedronken worden. Telkens als de kan half leeg is, vul ik deze weer aan, een beetje van de moeder en een beetje van het andere. Ook de moederbokaal houd ik op peil, af en toe gooi ik er wat verse specerijen bij. Beste mensen, je weet niet wat je proeft. Het is een verslavend geel goedje dat er veel onschuldiger uitziet dan het is. Het belangrijkste gevolg is dat de Pomponnais voortaan weten wat specerijen zijn. Zelfs restaurateur Bruno heeft bij de Metro enkele potjes gekocht en durft voortaan een kruidnageltje in zijn bereidingen te gooien. Laat de Fransen maar denken dat zij de culinaire wijsheid in pacht hebben en geboren missionarissen zijn, de echte missionaris ben ik!

Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Missionaris

woensdag 16 maart 2011

Veel hangende knoflook

In ons huis in Saint Pompon hangt veel knoflook aan de oude plafondbalken. Dit hebben we gedaan op aanraden van diverse buren, iedereen heeft veel knoflook in huis. Waarom? Om verschillende redenen. Ten eerste helpt knoflook je huis te beschermen tegen blikseminslagen en dat is van niet te onderschatten belang. Maar ook weert het kwade geesten die erop uit zijn om de mensen ziek, misselijk, ongesteld of mottig te maken. Ten derde is knoflook goed voor het klimaat in huis, het weert insecten zoals luizen en motten. Wand- en hoofdluizen zul je bij ons nauwelijks aantreffen en de kleerkast is gelukkig nagenoeg motvrij. Omdat ik extra bijgelovig wilde zijn, heb ik, zoals u op de foto ziet, naast de knoflook ook veel kippen opgehangen. De buren begrepen dat van die kippen niet. Waarna ik hen geduldig uitlegde dat ik dat van die knoflook niet begreep. Kippen, zo heb ik de dorpsbewoners verteld, zijn een probaat middel tegen de armoede. Daar had iedereen wel oren naar, dus heeft voortaan iedereen kippen aan het plafond hangen. Conclusie is dat ik niet alleen van de Fransen kan leren, zij ook van mij.

vrijdag 11 maart 2011

In de nacht van zaterdag op zondag vertrekken we weer naar Saint-Pompon. Deze keer heb ik de reis eens anders gepland dan gebruikelijk. In plaats van de 930 kilometer in ijltempo te racen, heb ik nu bezoekjes aan rommelmarkten ingepland, zodanig dat we vanaf ten zuiden van Parijs telkens een uurtje rijden. Zo zakken we in etappes spelenderwijs naar beneden. Ik hoop dat ik nog interessante "rommel" tegenkom, want de parketvloer van de forge ligt nu en de living kan worden ingericht. Er is alle kans op dat we wat vinden, we komen in "la France profonde", de diepe binnenlanden waar geen toeristen of andere kapers komen. Wie weet kom ik nog zo'n kookboek tegen van enkele eeuwen oud... Dat is me al een paar keer overkomen, met het boek van Jules Gouffé als klapstuk. Waarde circa 4000 euro, gekocht voor 4 euro. Duimt u mee?
Enfin, mocht u de komende weken in de Périgord zijn, weet dan dat we het prettig vinden om een glas met u te drinken.

zondag 6 maart 2011

OC

De Languedoc kent u als een gebied in Zuid-Frankrijk. Maar wist u al waar het woord vandaan komt? Langue d'Oc. Dit is een taal die we tegenwoordig Occitaans noemen. In het Occitaals zegt men tegen ja: Oc. Dit in tegenstelling tot het noorden waar men Oil tegen ja zegt. Het grootste gedeelte van Frankrijk is daarmee historisch verdeeld, je hebt de langue d'oc en de langue d'oil. Op de kaart zijn die gebieden te zien: rood voor Oc en geel tot bruin voor Oil.
De ouderen in Saint-Pompon spreken Occitaans, een onbegrijpbare maar prachtige, zangerige, poëtische taal. Tegen JA zeggen ze OC. In de Périgord is veel moderne aandacht voor het Occitaans. Er zijn radioprogramma's, boeken, veel jongeren gaan op taalcursus en praten Occitaans tegen elkaar, enzovoort. Nu we in een groot Europa terecht komen, spelen de regio's en dus ook hun talen een steeds grote rol. Het is een kwestie van eigen identiteit.
Naast de langue d'oc en langue d'oil kent Frankrijk nog meerdere taalgebieden die weer in opkomst zijn. In het noorden is het Vlaams weer terug van weggeweest, evenals het Keltische Bretoens in Bretagne en het Catalaans in de Roussillon. De steektalen die nooit zijn weggeweest, zijn het Baskisch, het Corsicaans, het Alsacien (Elzas) en het Francique. Beide laatste talen hebben veel Germaanse invloeden.

Zeg in Saint-Pompon gewoon OC als je ja bedoelt. Iedereen zal je verstaan.

zaterdag 5 maart 2011

Het seizoen van de paardenbloemen

Het noordelijke eerste zonnetje gaat meestal gepaard met onaangename temperaturen. Maar in de Périgord is dat heel anders. Het is niet ongebruikelijk dat het in de middagen van begin maart onder een straalblauwe hemel al richting 25 graden wordt. In gedachten zie ik me al in een t-shirtje zitten op het terrasje bij Bruno en over een week is het zover: Carine en ik vertrekken volgend weekend naar Saint-Pompon.
De bloesems bloeien al volop, de eiken, beuken en kastanjes zijn nog kaal. De vele duizenden notenbomen zullen als allerlaatste hun blad krijgen. Begin maart is vooral het seizoen van de paardenbloemen. Met miljarden samen kleuren ze het glooiende landschap geel. U begrijpt het al: ik kan bijna niet wachten en barst van ondeduld.


vrijdag 4 maart 2011

Kale kippetjes

U rijdt, fietst of wandelend een beetje dromerig door het zonovergoten lentelandschap en plotseling, in de buurt van een boederij ziet u kippetjes rennen. Ze zien er bepaald niet gezond uit, want alle veren zijn van de nek geplukt. Heeft de boer ze alvast half geplukt, zodat ze straks wat makkelijker in de pan gaan? Zit er een haan in het kippenhok met teveel hormonen? Zijn de kippen jaloers op elkaar en willen ze daarom hun buurvrouw lelijk maken? Zijn ze misschien deels overreden geweest of hebben ze een scampschot hagel te verduren gehad? Niets van dit alles. Wanneer u zo'n ugly kale kippen ziet, schrik daar niet van. Ze zijn van het Franse kippenras Cou Nu, letterlijk vertaald: kale nek. Ze bekijken ons mensen als kale apen.