dinsdag 23 augustus 2011

Transhumance

Wanneer kuddes schapen of geiten massaal naar een ander gebied worden overgebracht, spreekt men van transhumance. Meestal gaat het over de kuddes die 's zomers in de bergen leven en 's winters beneden. Beroemd is de transhumance van Sisteron, waarbij vele tienduizenden dieren betrokken zijn. Vroeger was ook de transhumance beroemd waarbij de schapen uit de Pyreneeën naar de Médoc werden gedirigeerd. Daar aten ze na de oogst alle loof van de wijngaarden terwijl ze in ruil mest produceerden. Dat is helaas vergane glorie, al dat autoverkeer maakt langeafstandsverplaatsingen (scrabble!) onuitvoerbaar. Saint-Pompon heeft zijn eigen jaarlijkse transhumance. Dat stelt allemaal niet veel voor, feit is dat er dan weer aanleiding voor een feestmaaltijd is.



zondag 14 augustus 2011

De couleuvre, vriend van de tuin


L'Ami du potagier, zo wordt de couleuvre genoemd. Het is een slang met een vervaarlijk uiterlijk die zich overal in Zuid-Frankrijk ophoudt. Maar geen nood, het is een vriendelijke slang. Als een groententuin met een muur is omringd of een stapeltje stenen heeft, kun je er vrijwel zeker van zijn dat er een couleuvre huist. Elke Franse tuinliefhebber is daar blij mee, want het dier eet alle plagen van Egypte. Muizen, ratten, slakken, emelten, niets ontsnapt aan zijn aandacht. Snel zul je het dier niet zien, het is bang van mensen. De slang is zeer gevoelig voor trillingen in de grond die hem waarschuwen, rap kiest hij een schuilplaats. Sommige mensen vertellen wel eens dat ze in het gras een enorme dode slang hebben zien liggen, die slang was niet dood. Want dat is het enige wapen dat de couleuvre heeft: zich voor dood houden. Bij de meeste mensen breekt het angstzweet uit, alleen al als ze het woord "slang" horen. En als dat ding ook nog eens een meter of twee lang is, gaan alle haren overeind. Niet nodig, zo gezegd is het een lief en nuttig dier. Met veel geduld kun je er als tuinman zelfs voor zorgen dat hij uit je hand komt eten.


Het wil helaas niet zeggen dat alle Franse slangen vriendelijk zijn, er bestaat ook nog zoiets als de adder. Gelukkig voor mij weten zefs de oudste Pomponnais (inwoners van Saint-Pompon) me te vertellen dat ze rond het dorp nog nooit een vipère hebben gezien. Er zijn streken in Frankrijk waar de adder in grote getale anwezig is. Een fenomeen is de Mont Brouilly, een met wijngaarden bedekte heuvel in de Beaujolais. Op die heuvel zijn duizenden adders te vinden, reden waarom diverse ambachelijke alcoholstokers in die regio hun flessen met adder vullen. Ook in de Auvergne komen veel adders voor.

De couleuvre zal niet snel bijten. Doet ie dat wel dan is er niets aan de hand, gewoon even AUW zeggen. Een beet van de vipère kan echter dodelijk zijn, meteen naar het ziekenhuis dus. Maar ja, als slangenleek weet u niet altijd door wie u gebeten wordt, de slang heeft geen visitekaartje. Of wel? Jawel, want beide soorten hebben hun eigen typische kenmerken.
De couleuvre heeft een ovale afgeronde kop, de adder een spitse. De couleuvre heeft ronde oogpupillen, de adder vertikale streep-pupillen. De coleuvre heeft twee grote vlekken op zijn kop, de adder meerdere kleine vlekken. De couleuvre heeft gewone tandjes, de adder uitklapbare giftanden. De adder wordt vaak niet groter dan 50 cm, hooguit 75 cm. De couleuvre kan twee meter lang zijn.


Loopt u met grote voetstappen rond dan zal elk soort slang zich verstoppen. Steek echter nooit uw hand tussen de stenen om dat lieve bloemetje te plukken, ook niet in de Périgord.

Mérite Agricole voor Carine


Ik ben heel erg trots op mijn Carine, want aanstaande woensdag wordt aan haar de Mérite Agricole uitgereikt, de hoogste onderscheiding die Frankrijk op het gebied van landbouw kent. De onderscheiding zal namens de Franse minister van landbouw worden uitgereikt door monsieur Hirondel, landbouwattaché van de Franse ambassadeur in Brussel. Dat zal gebeuren op ons redactiecentrum te Schilde. We maken er een groot feest van en verwachten circa 200 mensen.
Voor Carine is het een kroon op haar werk. Al vijftien jaar is ze uitgeefster van Culinaire Saisonnier, Pâtisserie&Desserts, Saisonnier France, KoksKoerier en Pastry in Europe, magazines die in meer dan 70 landen verschijnen. In al die tijd, zo oordeelt de Franse minister, heeft ze enorm veel voor de promotie van Frankrijk betekend.
In september, wanneer we weer voor enkele weken in Saint-Pompon zijn, zal ook ons dorpje delen in de feestvreugde. We willen dan in Saint-Pompon een uitgebreide receptie organiseren, zo mogelijk bijgestaan door alle sterrenchefs uit de Périgord. Dubbel feest dus.



Eergisteren feliciteerde de Belgische minister-president Yves Leterme haar hoogstpersoonlijk. Het is zeer uitzonderlijk dat een Belgische vrouw de Mérite Agricole ontvangt.

woensdag 10 augustus 2011

Ondergrondse woning




Op de dag dat we zouden vertrekken, sprak ik een boer die de lokatie van een bijzonder bouwwerkje kende: een ondergrondse refuge. Dat zijn bouwwerken waarin men kon vluchten als er een bende struikrovers naderde. Zelfs toen ik de precieze lokatie wist, kon ik de ingang maar moeilijk vinden. Maar daar was het dan, een in de rotsgrond uitgehouwen trapje en een gat waar ik nauwelijks door paste. Ik kwam in een onderaards kronkelgangetje terecht dat uitmondde bij een kamer. Omdat ik alleen maar een aansteker bij me had, kon ik nauwelijks iets zien. Maar wel ontdekte ik in de kamer een uitgehouwen trapje dat naar een lagere verdieping leidde. Daar moest ik een ondergronds stroompje oversteken. Verder ben ik met mijn aansteker niet geraakt, het gas was op en op de tast moest ik een uitweg zoeken. De volgende keer Saint-Pompon, daar verheug ik me nu extra op. Voorzien van het nodige licht plus de metaaldetector zal ik dan weer afdalen, lunchpakketje bij de hand. Dit is niet zo maar een refuge, dit is ongetwijfeld een woonhuis geweest. Het zal eeuwenlang onderdak hebben geboden aan families die zich geen bovengronds huis konden permitteren. Families die zich met veel geduld en weinig of geen gereedschappen een weg door de rotsen baanden en zelfs de tijd en het fatsoen hadden om keurige traptreden voor mij te houwen. Wie weet wat ik er nog tegenkom...

dinsdag 9 augustus 2011

Onze afscheidsprocedure

We zijn inmiddels alweer een week terug in het noorden, ik heb u nog niets verteld over onze afscheidsprocedure die in werking treedt telkens als wij Saint-Pompon verlaten. Ons ritueel is ontstaan toe wij, lang geleden, een bezoek brachten aan een adembenemend middeleeuws kerkje. Enkele uren na dit bezoek vonden wij in Saint-Pompon het huis dat we kochten. Toeval? Gods hand? Ik weet het niet. Nu ben ik allesbehalve gelovig, Gods hand zal ik niet snel ergens in ontdekken. Maar ook ongelovigen hebben blijkbaar hun rituelen nodig, ze geven een goed gevoel.

Elke keer opnieuw als de gas-, water- en stroomkraan zijn dichtgedraaid, de bagage is ingeladen en we afscheid nemen van Saint-Pompon, maken we op weg naar het noorden een omweg van 35 kilometer. Het is niet logisch, ik weet het. We rijden dan naar het dorpje Montferrand-du-Périgord. Net buiten dat Anton-Pieck-plaatsje ligt een begraafplaats waarin zich een klein kerkje bevindt. Het moet onnoemelijk oud zijn, minstens duizend jaar. De zeer dikke muren maken dat het bouwsel van binnen veel kleiner is dan de buitenkant. Er zijn prachtige muurschilderingen en hoewel de tand des tijds ze danig heeft aangetast, zijn ze nog goed te zien.
Voor twee euro koop je hier een kaarsje om dat met je eigen intenties te laten branden. Het bedragje deponeer je in een gleufje in de muur. Wij laten elk een kaarsje branden uit puur geluk. We beseffen maar al te goed dat we bofkontjes zijn, maar wie moet je daarvoor bedanken? We hebben weer een fijne tijd gehad. Zonder ongelukken, zonder ziektes. Bedankt. Hier is een klein kaarsje als bescheiden tegenprestatie. Ja, daar voelen we ons goed bij. Een vakantie sluit men in waardigheid af.

Wilt u dit magnifieke kerkje bezoeken? Volg dan in Montferrand de bordjes Chapelle St.Christophe.