vrijdag 25 maart 2011

Helemaal klaar


De forge (voormalige dorpssmederij van Saint Pompon) is sinds gisteren hééélemaal klaar. Na drie jaar ploeteren mag het resultaat er zijn, denk ik...


donderdag 24 maart 2011

Kuttebøllen

Gisteren zijn Carine en ik naar Ikea gegaan. Het dichtstbijzijnde filiaal is in Toulouse, nog altijd 160 kilometer bij ons vandaan. We moesten enkele niet al te prijzige meubeltjes hebben voor de forge, waarvan de verbouwing nu helemaal klaar is. Een Ikea in Frankrijk ziet er precies hetzelfde uit als in België of Nederland, alleen het personeel is anders, klantvriendelijkheid is nu eenmaal niet bepaald een Franse eigenschap. Waar de Franse Ikea helemaal identiek in is: de geur. Zodra je zo'n tent binnenkomt en de luiergeur van de ballenbak achter je hebt gelaten, vult je neus zich met een weeïg geurtje dat typisch Ikea is en uit de ruimte komt die men intern als "restaurant" betitelt. Dat is heel smerig en afkomstig van opgewarmde bruinachtige balletjes en hun bruinachtige sausje. Die dingen hebben een onuitspreekbare vieze Zweedse naam die ik alweer vergeten ben, dus moet ik zelf een naam bedenken. Lullesmulle of zoiets. Het kunnen ook kutteböllen zijn. Of was het nu smørrekutte? Of Elandskløten?

zaterdag 19 maart 2011

Flitspalen




Ze staan overal. Behalve in Frankrijk, want hier zijn het flitskasten. Ze staan langs de weg gewoon op de grond en zijn nauwelijks een meter hoog. Opmerkelijk is dat ze vrijwel nooit vernield worden, terwijl de Fransen met hun puntenrijbewijs er alle redenen voor zouden kunnen hebben. Je zou de flitskasten gewoon kunnen voorzien van een vuilniszak, maart ook dat heb ik nooit gezien. Waarom worden de kasten niet vernield? Ik denk het antwoord te weten. Enkele honderden meters vóór zo'n kast word je keurig door middel van een enorm verkeersbord gewaarschuwd dat je geflitst gaat worden. De Franse overheid zet de kasten neer op plaatsen waar snelheid gevaarlijk is, dank zij de waarschuwingsborden rijdt iedereen rustig op die plekken.


Heel anders is het in Nederland en België. Daar staan de palen zodanig opgesteld dat ze veel geld in het laatje brengen. Dus zonder waarschuwing uiteraard. De overheid die boos is op het vernielen van flitspalen, zou vooral eens bij zichzelf te rade moeten gaan...

Let overigens in Frankrijk niet alleen op de waarschuwingsborden. De dappere gendarmerie, die vaak geheimelijk ergens in de bosjes staat opgesteld, beschikt namelijk over radarkijkers.


Spierpijn

Vanochtend zitten Carine en ik allebei als zielige kanariepietjes aan de computer. Wat is het geval? Gisteren zijn we voor het eerst weer begonnen met onze verbouwingen. De forge, de oude dorpssmederij, moet worden afgewerkt om gasten te kunnen ontvangen. Carine begon gisteren met het beitsen van de laatste stukken plafond, ik monteerde verwarmingselementen. Dat wij ons zo zielig voelen, is omdat we allebei barsten van de spierpijn. Ons ochtendlijke koffieuurtje duurt daarom vandaag twee uur. Maar straks zullen we op onze tanden bijten, enkele pijnlijke rek- en strekoefeningen doen en er weer tegenaan gaan. Het plafond afmaken, de nieuwe parketvloer olieën, hier en daar een likje verf plegen, het onkruid in de tuin verdelgen, de verlichting afwerken, enzovoort. Over een dag of drie hopen we helemaal klaar te zijn. Het is dan alleen nog wachten op de dingen die ik heb besteld, zoals een nieuwe dakgoot, metalen roosters op de vloerverwarmingen en een glasplaat in de vloer (waardoor je straks de gallo-romeinse vloer kunt blijven zien). Maar eerst de spierpijn overwinnen...!

donderdag 17 maart 2011

Mijn ti'ponch

Wij in de lage landen gebruiken veel specerijen. Een muskaatnoot, een pijpje kaneel, een handvol kruidnagels of een haffeltje cardamom, ze zijn nooit ver weg. Dus vonden wij het heel normaal om onze keuken in Saint-Pompon te voorzien van een groot aantal specerijen, uiteraard de beste, dus van Verstegen. Hiervoor hadden we bij Blokker een partijtje glazen apothekerspotjes gekocht. Franse buren die op bezoek kwamen, snapten daar helemaal niets van. Wat is dit? Waar dient dat voor? In Franse plattelandskeukens kom je hoegenaamd geen specerijen tegen, alleen peper van de ergste soort. Als smaakmakers gebruiken ze verse tuinkruiden, veel ui en knoflook, zelfgeplukte jeneverbes en eendenvet. In een restaurantkeuken kan je daarnaast eventueel nog vanille en steranijs vinden. C'est ça.

Het werd de hoogste tijd om de Fransen eens te leren wat specerijen zijn en dat is inmiddels tot een jaarlijkse traditie uitgegroeid: mijn zomerse ti'ponch. Dit woord is een verbastering van "petit punch", een klein duwtje. Hiervoor neem ik voor de helft blanke rum "Agricole" en voor de helft sinaasappelsap. Daar doe ik allerlei specerijen bij, zoals een kaneelstok, een halve vanillepeul, enkele kruidnagels, steranijs, cardamom, jeneverbes, foelie, zoethout, piment en laurier. Dit laat ik een week in de koelkast staan en dan heb ik de moeder aller moeders. Een kwart giet ik over in een andere schenkkan en voeg een kwart rum en driekwart sinaasappelsap bij. Er kan nu gedronken worden. Telkens als de kan half leeg is, vul ik deze weer aan, een beetje van de moeder en een beetje van het andere. Ook de moederbokaal houd ik op peil, af en toe gooi ik er wat verse specerijen bij. Beste mensen, je weet niet wat je proeft. Het is een verslavend geel goedje dat er veel onschuldiger uitziet dan het is. Het belangrijkste gevolg is dat de Pomponnais voortaan weten wat specerijen zijn. Zelfs restaurateur Bruno heeft bij de Metro enkele potjes gekocht en durft voortaan een kruidnageltje in zijn bereidingen te gooien. Laat de Fransen maar denken dat zij de culinaire wijsheid in pacht hebben en geboren missionarissen zijn, de echte missionaris ben ik!

Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Missionaris

woensdag 16 maart 2011

Veel hangende knoflook

In ons huis in Saint Pompon hangt veel knoflook aan de oude plafondbalken. Dit hebben we gedaan op aanraden van diverse buren, iedereen heeft veel knoflook in huis. Waarom? Om verschillende redenen. Ten eerste helpt knoflook je huis te beschermen tegen blikseminslagen en dat is van niet te onderschatten belang. Maar ook weert het kwade geesten die erop uit zijn om de mensen ziek, misselijk, ongesteld of mottig te maken. Ten derde is knoflook goed voor het klimaat in huis, het weert insecten zoals luizen en motten. Wand- en hoofdluizen zul je bij ons nauwelijks aantreffen en de kleerkast is gelukkig nagenoeg motvrij. Omdat ik extra bijgelovig wilde zijn, heb ik, zoals u op de foto ziet, naast de knoflook ook veel kippen opgehangen. De buren begrepen dat van die kippen niet. Waarna ik hen geduldig uitlegde dat ik dat van die knoflook niet begreep. Kippen, zo heb ik de dorpsbewoners verteld, zijn een probaat middel tegen de armoede. Daar had iedereen wel oren naar, dus heeft voortaan iedereen kippen aan het plafond hangen. Conclusie is dat ik niet alleen van de Fransen kan leren, zij ook van mij.

vrijdag 11 maart 2011

In de nacht van zaterdag op zondag vertrekken we weer naar Saint-Pompon. Deze keer heb ik de reis eens anders gepland dan gebruikelijk. In plaats van de 930 kilometer in ijltempo te racen, heb ik nu bezoekjes aan rommelmarkten ingepland, zodanig dat we vanaf ten zuiden van Parijs telkens een uurtje rijden. Zo zakken we in etappes spelenderwijs naar beneden. Ik hoop dat ik nog interessante "rommel" tegenkom, want de parketvloer van de forge ligt nu en de living kan worden ingericht. Er is alle kans op dat we wat vinden, we komen in "la France profonde", de diepe binnenlanden waar geen toeristen of andere kapers komen. Wie weet kom ik nog zo'n kookboek tegen van enkele eeuwen oud... Dat is me al een paar keer overkomen, met het boek van Jules Gouffé als klapstuk. Waarde circa 4000 euro, gekocht voor 4 euro. Duimt u mee?
Enfin, mocht u de komende weken in de Périgord zijn, weet dan dat we het prettig vinden om een glas met u te drinken.

zondag 6 maart 2011

OC

De Languedoc kent u als een gebied in Zuid-Frankrijk. Maar wist u al waar het woord vandaan komt? Langue d'Oc. Dit is een taal die we tegenwoordig Occitaans noemen. In het Occitaals zegt men tegen ja: Oc. Dit in tegenstelling tot het noorden waar men Oil tegen ja zegt. Het grootste gedeelte van Frankrijk is daarmee historisch verdeeld, je hebt de langue d'oc en de langue d'oil. Op de kaart zijn die gebieden te zien: rood voor Oc en geel tot bruin voor Oil.
De ouderen in Saint-Pompon spreken Occitaans, een onbegrijpbare maar prachtige, zangerige, poëtische taal. Tegen JA zeggen ze OC. In de Périgord is veel moderne aandacht voor het Occitaans. Er zijn radioprogramma's, boeken, veel jongeren gaan op taalcursus en praten Occitaans tegen elkaar, enzovoort. Nu we in een groot Europa terecht komen, spelen de regio's en dus ook hun talen een steeds grote rol. Het is een kwestie van eigen identiteit.
Naast de langue d'oc en langue d'oil kent Frankrijk nog meerdere taalgebieden die weer in opkomst zijn. In het noorden is het Vlaams weer terug van weggeweest, evenals het Keltische Bretoens in Bretagne en het Catalaans in de Roussillon. De steektalen die nooit zijn weggeweest, zijn het Baskisch, het Corsicaans, het Alsacien (Elzas) en het Francique. Beide laatste talen hebben veel Germaanse invloeden.

Zeg in Saint-Pompon gewoon OC als je ja bedoelt. Iedereen zal je verstaan.

zaterdag 5 maart 2011

Het seizoen van de paardenbloemen

Het noordelijke eerste zonnetje gaat meestal gepaard met onaangename temperaturen. Maar in de Périgord is dat heel anders. Het is niet ongebruikelijk dat het in de middagen van begin maart onder een straalblauwe hemel al richting 25 graden wordt. In gedachten zie ik me al in een t-shirtje zitten op het terrasje bij Bruno en over een week is het zover: Carine en ik vertrekken volgend weekend naar Saint-Pompon.
De bloesems bloeien al volop, de eiken, beuken en kastanjes zijn nog kaal. De vele duizenden notenbomen zullen als allerlaatste hun blad krijgen. Begin maart is vooral het seizoen van de paardenbloemen. Met miljarden samen kleuren ze het glooiende landschap geel. U begrijpt het al: ik kan bijna niet wachten en barst van ondeduld.


vrijdag 4 maart 2011

Kale kippetjes

U rijdt, fietst of wandelend een beetje dromerig door het zonovergoten lentelandschap en plotseling, in de buurt van een boederij ziet u kippetjes rennen. Ze zien er bepaald niet gezond uit, want alle veren zijn van de nek geplukt. Heeft de boer ze alvast half geplukt, zodat ze straks wat makkelijker in de pan gaan? Zit er een haan in het kippenhok met teveel hormonen? Zijn de kippen jaloers op elkaar en willen ze daarom hun buurvrouw lelijk maken? Zijn ze misschien deels overreden geweest of hebben ze een scampschot hagel te verduren gehad? Niets van dit alles. Wanneer u zo'n ugly kale kippen ziet, schrik daar niet van. Ze zijn van het Franse kippenras Cou Nu, letterlijk vertaald: kale nek. Ze bekijken ons mensen als kale apen.

zondag 27 februari 2011

De sterren van de Périgord (6)

CHÂTEAU LES MERLES, Tuilières-Mouleydier



Het kasteel ligt vlak bij de stad Bergerac, in het gebied van de AOC Pécharmant. De statige gebouwen, omzoomd door een golfbaan, zijn al van verre te zien.



Al na het tweede gerecht dat we degusteren, vragen we ons af waarom Michelin hier niet minimaal één ster heeft gebracht, misschien wel twee. Dit is volgens ons de allerbeste keuken van de Périgord. Saignant detail: hoewel de chef een Fransman is, wordt de keuken over het algemeen bevolkt door Nederlanders, een volk waar de Fransen in culinair opzicht geen hoge pet van op hebben. De koks zijn niet alleen in de keuken te vinden, ook in de twee hectares metende biologische tuin die door de bekende Nederlandse chef Albert Kooy werd aangelegd. Hierin worden alle denkbare soorten groenten en fruit geteeld. Het tempo van het seizoen bepaalt wat er op de borden komt.

Het kasteel met zijn restaurant, bistro, luxe hotel en golfcourt is eigendom van Jan van Grinsven, een industrieel die zijn leven een merkwaardige wending gaf. Op 48-jarige leeftijd schreef hij zich in bij de Hoge Zeevaartschool en behaalde het diploma van kapitein. Hij restaureerde een zeilschip, de oude driemaster The White Heather, en maakte daarmee wereldwijde cruises voor de rijken der aarde. Nadat hij het schip had verkocht, kon hij aan een nieuwe droom beginnen, een eigen château. Jan heeft duidelijk plezier in zijn rol van kasteelheer en loopt ontspannen rond in korte broek en shirt. Voor zijn nieuwe project worden tientallen hectares aan de bestaande 40 toegevoegd: Jan wil een villadorpje bouwen: Hameau Les Merles. Hier kunnen vermogende mensen van hun welverdiende rust gaan genieten, met een golfclub in de hand. De eerste huizen zijn inmiddels al gerealiseerd.

Begin 2010 haalde de patron een der grootste Franse kooktalenten als chef binnen: Darius Belvès. Deze heeft een indrukwekkende staat van dienst. Na het doorlopen van de absolute Franse topschool L'Ecole des arts Culinaires d'Ecully de Paul Bocuse, kwam hij in dienst bij Michel Troisgros (***) in Roanne. Later werkte hij onder andere als souschef van Lucas Carton (***). Het is duidelijk dat Jan van Grinsven daarmee zijn verregaande ambities verraadt.
Mocht u in de winter in de buurt van Bergerac zijn, dan heb ik een tip voor u. Op donderdagavonden wordt een bistro chantant gehouden. Voor gasten die hun muziekinstrument meebrengen en er ook iets mee doen, is de maaltijd gratis. Het zijn onvoorspelbare, onvergetelijke avonden die tot diep in de nacht kunnen duren. Op wintervrijdagen worden er Oosterse maaltijden geserveerd en op kerstavond en oudejaar gaan er hele lammeren aan het spit. De keuken en de seizoensfilosofie van Château Les Merles vonden wij dermate interessant, dat wij het restaurant hebben geaccepteerd als lid van Les Amis Saisonnier.

Château Les MerlesTuilières-Mouleydier
tel. 0033 5 53 63 13 42

De sterren van de Périgord (5)

L'ESSENTIEL, Périgueux


In de schaduw van de imposante kathedraal komen we Eric en Magali Vidal tegen, twee mensen die elkaar in de keuken leerden kennen. Ze zijn volmaakt gelukkig.



"Het fornuis is vandaag defect", zegt de 39-jarige Eric wanneer we ons op het afgesproken tijdstip in Périgueux melden. We weten dat hij liegt, hij wil ons liever bestaande foto's geven dan op zijn vrije dag in de keuken te gaan staan. Normaal zouden we meteen omdraaien, maar kom, deze mensen lijken zo symphatiek. Bovendien straft hij zichzelf, want hij kan zich nu niet voor de volle honderd procent presenteren. Niemand maakt immers de foto's die ik maak.
Zoals heel veel koks in de Périgord wisselde Eric tweemaal per jaar van keuken, in de zomer in Le Centenaire, in de winter in de sneeuw van Courchevelle. Tijdens de acht jaar Centenaire viel zijn oog op Magali die er als collega in de keuken stond. De twee besloten om een eigen restaurant te gaan zoeken en dat vonden ze in de oude binnenstad van Périgueux. Ze openden in 2005 en hoefden geen investeringen te doen, alles was aanwezig. Het is een charmant klein eethuis met een mooie binnentuin, van waaruit je de monumentale toren van de kathedraal ziet. Waar in de Périgord de meeste restaurants in de winter op slot gaan, kan L'Essentiel dankzij het stadse en zakelijke publiek het gehele jaar open blijven, zeker nu er een ster kwam. Het echtpaar beperkt zich tot tweemaal 25 couverts per dag en wil het bewust klein maar fijn houden. Magali heeft haar koksjas aan de kapstok gehangen en is nu gastvrouw, samen met Eric's zus en een leerling. In de keuken heeft Eric een afwashulp die ook in de mise en place helpt, een pâtissier en een leerling. Ze hebben vijf weken vakantie plus zondag en maandag vrij. Dat past in de filosofie van het echtpaar: samen gelukkig zijn. Het kleine overzichtelijke restaurantje geeft de mogelijkheid om ook voldoende aandacht aan hun dochtertje te geven. Gelijk hebben ze! De klanten zijn trouw en tweemaal daags zit het helemaal vol. Sinds de ster dient al twee tot drie weken op voorhand te worden gereserveerd. Niet iedereen heeft daar altijd begrip voor en dan bedoelen we de toeristen die met het rode bijbeltje in de hand zonder reservatie binnenkomen. Logisch dat het er druk is, want een 3 gangen lunchmenu kost slechts 25 euro, het topmenu inclusief aangepaste wijnen slechts 71 euro. In de winter moeten we nog eens terugkomen, zegt de chef, want dan wordt de lièvre royal geserveerd. Verder is deze keuken zoals de naam het al zegt: essentieel. De chef houdt niet van te veel theater op het bord.


L'Essentiel, 8 rue de la Clarté, Périgueux
tel. 0033 5 53 35 15 15

De sterren van de Périgord (4)

LE GRAND BLEU, Sarlat

Schuin tegenover het station van Sarlat tref ik een huis dat er gewoontjes uitziet. Geen grande chique, maar wel met bevlogenheid. Met een samenvloeiing van klassiek en modern.
Maxime Lebrun studeerde een wetenschappelijke richting en maakte pas kennis met de keuken toen hij in militaire dienst als kok werd aangesteld. Hij kreeg de smaak van het koken te pakken, kwam gelukkig in goede huizen terecht en bleek een veelzijdig man. In Le Grand Véfour deed hij de viskant en bij Relais Argenteuil was hij chef-pâtissier. Vervolgens kwam hij bij Le Centenaire in Les Eyzies terecht, waar hij nog twee jaar verbleef alvorens een eigen zaak te zoeken. Toen hij het eenvoudige restaurantje in Sarlat had gevonden, raakte hij al gauw in een stroomversnelling. Na anderhalf jaar kwam er de ster en plotseling stond Le Grand Bleu helemaal op de kaart. Wat de maximaal 30 gasten voorgeschoteld krijgen, is allemaal huisgemaakt, dit ondanks het feit dat de keukenbrigade slechts drie personen telt. Hoe kookt de chef? "Ik kook altijd wat ik zelf wil eten." De prijzen zijn voor een sterrentent zeer laag, een menu classique kost slechts 29 euro. Maxime: "Ik wil de prijzen niet verhogen, louter omdat we een ster hebben gekregen. Hoewel ik weet dat we eigenlijk enkele euro's hoger zouden moeten zitten." Le Grand Bleu in Sarlat, volgens ons is dat een echte aanrader voor degene die niet van een luxe omgeving houdt, maar wel op hoog niveau wil eten.



Le Grand Bleu
43 avenue de la Gare, Sarlat
tel. 0033 5 53 31 08 48

De sterren van de Périgord (3)

LE MOULIN DU ROC, Brantôme
Zijn moeder kookte destijds twee sterren en dat was in de zestiger jaren uniek. Het succes dat dit restaurant in vervlogen tijden had, is overal te zien. Alle winst werd namelijk geïnvesteerd. De hoeveelheid schilderijen, zilver en antiek doet aan een museum denken, de wijnkelder is vermoedelijk de duurste en meest complete van Frankrijk.
 

De ouders van chef Alain kochten de ruïnes van oude watermolen aan de schilderachtige Dronne in 1965 en maakten er een hotel-restaurant van. Moeder Solange stond aan het fornuis en kookte twee macarons. Alain werd in de keuken geboren en ging op zijn veertiende bij moeder in de leer, hij heeft nooit in andere keukens gewerkt. In 1996 namen hij en zijn Maryse het bedrijf over. Maryse is gastvrouw en heeft nooit een vakopleiding gevolgd. "Dat hoeft ook niet, als je gelukkig bent en je job graag doet, gaat alles vanzelf." Restaurant en hotel zijn geopend van half mei tot half oktober, buiten het seizoen zijn de twee in Buenos Aires te vinden, waar ze eveneens een restaurant runnen. De chef wil geen kopie zijn van anderen, hij wil zijn eigen ding doen. "Geef mensen te eten", zegt hij, "geen amuses." Of een ander statement: "Het behouden van klassiekers is een vorm van modernisme". Alain Gardillou wil geen koksjas dragen: "In een broek en een shirt kan ik gewoon rondlopen zonder dat men mij als chef herkent." De gasten zijn voornamelijk trouwe toeristen en Parijzenaars op zoek naar rust. Ik moet zeggen dat ik niet erg onder de indruk was van deze keuken, wèl van de wijnkelder met zijn 900 referenties. Ik vroeg of er toevallig ook een Petrus 1953 was, Maryse kwam er even later voorzichtig mee te voorschijn...

Le Moulin du RocChampagnac-de-Bélair (Brantôme)
tel. 0033 5 53 02 86 00

De sterren van de Périgord (2)

L'IMAGINAIRE, Terrasson
In Terrasson is het beroemde park L'Imaginaire te vinden. Aan de voet daarvan treffen we een kasteelachtig huis met grandeur. We ontmoeten er één der beste chefs van Frankrijk, dat is althans onze mening.


De uit Bretagne afkomstige 41-jarige Eric Samson werkte in vijftien Relais & Châteaux, met als belangrijkste leermeesters Badet en Roellanger. Toen hij voor de eerste keer als chef aantrad, in Château Courcelle (Picardie) kreeg hij direct een macaron. In 2002 vertrokken hij en zijn Delphine naar Terrasson om er indrukwekkende verbouwingen te doen aan het middeleeuwse hospitaal waarin onder de monumentale gewelven op de begane grond vroeger een overdekte veemarkt gevestigd was. In het begin was het voor een Bretoen wel moeilijk in de Périgord, de mensen vroegen zich af: Wat komt dié hier doen? Maar dat is verleden tijd, Eric en Delphine hebben zich bewezen. L'Imaginaire is een klein bedrijf met slechts 7 kamers. Die kamers zijn trouwens groot, van een enorme luxe en werkelijk spotgoedkoop. Eric wil graag klein blijven, "Chez moi. Avec une gastronomie simple, beau et bon". De klanten hier komen vooral uit Terrasson en omgeving, toerisme is hier niet veel. Dat wil zeggen dat de chef af en toe iets moet bedenken. Zo heeft hij speciale menu's rond seizoensonderwerpen: een menu cèpes, een menu truffes en, de meest succesvolle, een menu homard.

L'ImaginairePlace du Foirail, Terrasson
tel. 0033 5 53 51 37 27

De sterren van de Périgord (1)

De Périgord, ofwel het Franse département Dordogne, staat al eeuwen bekend als het walhallah van de smaak. Dat komt omdat er specifieke grondstoffen in overvloed aanwezig zijn, zoals truffels en foie gras. De traditionele keuken is hier dan ook doorspekt van deze lekkernijen. Je zou in zo'n regio, die de oppervlakte van Vlaanderen heeft, veel topgastronomie verwachten, maar dat is niet zo. Sinds Roland Mazère enkele jaren geleden zijn restaurant in Les Eyezies sloot, is er zelfs geen zaak met twee sterren te vinden. Ik ging op bezoek bij enkele restaurants met één ster (in de Franse volksmond: macaron) en zag en proefde een grote diversiteit. Merkwaardig genoeg heeft een der allerbeste restaurants van de Périgord (nog) geen ster. Een vergetelheidje van Michelin? In elk geval heb ik deze zaak, Château Des Merles (bij Bergerac), in mijn overzicht opgenomen. Hier volgt het eerste adres.


LE VIEUX LOGIS, Tremolat



 Het hotel-restaurant, lid van Relais & Châteaux en Les Amis Saisonnier, lijkt verstopt te liggen in het kleine dorpje. Bij nader inzien blijkt dit bedrijf zeer omvangrijk te zijn, een droomparadijs met een overweldigende tuinpartij van vele hectares, luxe kamers en een gastronomie die volgens mij meer dan één ster waard is.
Dit droompaleis was vroeger een familiale boerderij die voornamelijk tabak produceerde. Bernard Giraudel bouwde het in zijn jonge jaren om tot een luxe luilekkerland. Wanneer je binnenkomt, krijg je direct een thuisgevoel. Het rustieke interieur doet eerder Engels aan. Naast de grote restaurantzaal zijn er nog enkele gezellige zaaltjes. Hierin wordt het restaurant 's winters gehuisvest, wanneer er niet veel toeristen zijn. De tuinen zijn van een onbeschrijfelijke schoonheid, zelfs loopt er een snelstromend riviertje door. Zeer doordacht is de lunchbalie in de buurt van het zwembad: gasten die geen zin hebben om zich om te kleden, kunnen hier informeel in hun zwemkleding lunchen. De chef is de zeer symphatieke Vincent Arnould, die de titel Meilleur Ouvrier de France 2007 draagt. Hij komt uit de Vogezen, maar werd verliefd op de Périgord. "Zelfs in de winter is het hier mooi, je ziet dan plekjes die je 's zomers niet ziet". Zijn grote leermeester was Gérald Passedat, de chef die onlangs zijn derde ster kreeg. Vincent heeft sinds zijn komst in 2001 veel veranderd in Le Vieux Logis. Zo serveert hij 's middags zijn formule tapas, een serie kleine gerechtjes voor 36 euro. In de winter vond de chef het te stil, vandaar dat hij met winterse thema-avonden begon. Die zijn dermate succesvol dat je tegenwoordig al twee maanden op voorhand moet reserveren. Ook organiseert hij winteravonden met vrienden-chefs. "in de keuken is dat altijd een klein feestje. Het is leuk voor de gasten en de chefs leren van elkaar." Bij zijn komst stonden er vijf mensen in de keuken, nu zijn dat er driemaal zo veel. Dat bewijst dat Vincent's visie de juiste is. De chef vindt het jammer dat veel mensen drempelvrees hebben. Ze zijn misschien bang dat het in de luxe heel duur zal zijn of te formeel is. "Dat is een vooroordeel, we zijn absoluut niet duur of formeel."
Le Vieux Logis, Trémolat

tel. 0033 5 53 22 80 06

woensdag 26 januari 2011

Reus of dwerg?

Vroeger viel het allemaal best wel mee. Ik was bepaald niet de grootste maar zeker ook geen dwerg, met mijn 1 meter 76 was er niets aan de hand. Maar toen kwamen de nieuwe generaties. Die groeiden en groeiden, wellicht onder invloed van de hormonen die ze bij hun dagelijkse hap binnenkregen. Het gevolg was en is dat ik steeds maar kleiner werd en wordt. De 1 meter 76 zijn er nog steeds, relatief hoor ik daar tegenwoordig mee bij de dwergen. Herkent u zich hierin? Dan heb ik een mooie oplossing voor u. Ga naar het Franse binnenland en je bent plotseling weer een reus die met kop en schouders boven alles en iedereen uitsteekt. Is de Franse jeugd dan niet gegroeid? Jawel, maar niet zo erg, ze eten geen hormone. Bovedien tref je op het platteland nauwelijks jeugd aan, die zoekt zijn geluk in de steden. Stap in de auto en binnen een uurtje of tien bent u ineens véél groter...

maandag 24 januari 2011

Franse supermarkten

De supermarkten spelen in Frankrijk een hoofdrol op allerlei gebied. Je vindt ze altijd op die verschrikkelijke industrieterreinen waarmee elke grote stad en elk klein provinciestadje zijn omgeven. Vrijwel niemand hoeft in Frankrijk meer dan 15 kilometer te rijden om zo'n industrieterrein te vinden. Het is opmerkelijk hoe groot een Franse supermarkt voor onze begrippen is, zelfs in de kleine plaatsen. De yoghurtjes, mineraalwaters en de diepvriesafdeling vullen meestal de helft van de winkel. Verder is er van àlles te koop. TV-toestellen, fietsen, wasmachines, noem maar op. Maar waar het mij hier om gaat, is de rol die de supermarkten spelen voor de automobilist en dan brandstof voorop. Wij in onze landen zijn gewend aan redelijk vaste brandstofprijzen, aan de snelweg betaal je een paar cent meer. Niet in Frankrijk! Daar kunnen de prijzen aan de pomp wel 30 cent of méér per liter verschillen. Rijdt u in Frankrijk en hebt u benzine of diesel nodig? Doe dan net als ik en ga in de buurt van een stadje even van de snelweg af. Vrijwel elke supermarkt heeft een eigen tankstation waar de brandstof ongekend laag geprijsd is. U kunt al vlot een paar tientjes verdienen.
De nieuwste mode van de Franse supermarkten: ze hebben zich massaal gesort op de autoverkoop. Ze kopen alleen de populairste modellen in en bieden die aan met 20, 30, ja zelfs 40% korting. Kijk bijvoorbeeld eens op de site http://auto.auchan.fr/ en zie wat ik bedoel. Met het vervullen van enkele formaliteiten voert u uw nieuwe auto vlotjes naar België of Nederland in, uw uiteindelijke winst kan enorm zijn...

zaterdag 8 januari 2011

Hollanders in Frankrijk

De supermarkt in de Périgord waar ik mijn wekelijkse boodschappen doe, loopt in het vakantieseizoen vol Hollanders. Op zich is daar niets mis mee, ik stoor me aan hun voortdurende manifeste aanwezigheid. Hollanders kun je namelijk aan hun kabaal herkennen. Plots hoor je aan de ene kant van de winkel een krijsende stem die haar echtgenoot toeroept: Kéééééééééés! Hebbe we nog sjam in de kampejjjj? Ik begrijp, echtgenoten dienen elkaar geïnformeerd te houden. Maar moet de hele wereld daar naar luisteren?
Laatst hadden we een beurs in de Noord-Franse stad Lille. 's Avonds zitten we met het hele team lekker rustig in een restaurant als daar een meute Hollanders binnenkomt. Binnen een half uur zijn ze in koor nostalgische liedjes aan het zingen. In een restaurant. De rest van de gasten moet maar meeluisteren of opstappen.
Of ze zetten hun camper neer midden op ons dorpspleintje, hangen een draad tussen twee bomen, gaan vrolijk hun wasje doen, hangen het marktplein vol hobbezakken (standaard toeristenkledij) te drogen en blijven twee dagen hangen. Aan de lokale economie dragen ze geen cent bij, ze hebben alles bij zich.
Of ze komen zo maar het huis binnen dat ik verbouw. Effe kijke. Dacht dat hier niemand woonde. Wie heeft het recht om een huis te betreden, ook als het wordt verbouwd? Niemand, behalve...
Hollanders, zo weet ik uit talloze Franse bronnen, worden in het land van Marianne niet hoog gewaardeerd, om het eufemistisch uit te drukken. Iedereen is ze liever kwijt dan rijk, met name door hun manifeste, luide optreden en spreekwoordelijk lompheid. Daarentegen staan Vlamingen hoog in het vaandel. Rustige mensen, tikje bescheiden, nooit lawaai, altijd een goede fles wijn bij de maaltijd, weten wat genieten is. Daar houden de Fransen van.
Jan Peter Balkenende had het destijds over normen en waarden, hij heeft er geen verkiezingen mee gewonnen. Marc Rutte spreekt nu over hufterigheid. Misschien is dat een taal die het volk beter begrijpt.

dinsdag 4 januari 2011

maandag 22 november 2010

Monstre -inconnu - Onbekend monster


Aujourd'hui j'ai vu un monstre inconnu dans la Dordogne.

Heb vandaag een onbekend monster in de Dordogne gezien.

zaterdag 13 november 2010

Hiver indien

Terwijl we hier in het zuiden van de Benelux zandzakjes aan het vullen zijn om de vele overstromingen de baas te kunnen, belt Carine me. Ze zit in Saint-Pompon deze week. Hoe is het weer daar momenteel? Zandzakjes schijnt ze niet nodig te hebben, de lucht is stralend blauw en bij windstilte doet de buitentemperatuur van 19°C bijna zomers aan. De vogels zingen hun hoogste lied en de insecten zoemen. Ach was ik maar...

vrijdag 12 november 2010

Gekke plaatsnamen

Fransozen richten voor alles en nog wat een association op, zo kan iedereen bestuurslid van iets zijn en dat geeft een zeer aanzien. Zo is er tegenwoordig ook een Association die Groupement des Communes aux Noms Burlesques, de vereniging van gemeentes met belachelijke namen. Zelf werd vorig jaar een serieus boek uitgegeven waarin al die gemeentes omschreven zijn. Onze burgemeester Thomas was bij de plechtige onthulling aanwezig, want jawel, ook Saint-Pompon hoort bij die club.
Nu zal het voor een niet-Fransoos vaak moeilijk zijn om het grappige van een plaatsnaam te doorgronden, we beheersen de taal onvoldoende om alle details te doorzien. Andere namen begrijpen we meteen. De plaatsnaam "Moncul" betekent gewoon "mijn kut" en "Montcul" betekent zoiets als "kuttenberg". "Bèze" betekent "neuk" en "Le Deluge" is niets anders dan "de zondvloed". Maar andere namen zoals Vatan of Arnac zijn voor ons moeilijker te doorgronden, zelfs een woordenboek biedt niet altijd soelaas.


donderdag 11 november 2010

Klimaat

Een van mijn blogvolgsters toonde zich een beetje boos op mij. Hoe kon ik beweren dat ik in Saint-Pompon bijna altijd mooi weer heb terwijl zij op vakantie in de Périgord een heel andere ervaring had? Het antwoord dat ik kan geven, is simpel: het département Dordogne kent duizenden pietepeuterige microklimaatjes die het weer bepalen. Het dalletje van de Mandalou waarin Saint-Pompon ligt, is juist breed genoeg om de provinciale weg, het marktpleintje en een handvol huizen te vullen. De hellingen links en rechts zijn bijna loodrecht, tussenin is naar schatting hooguit driehonderd meter. In deze typische omgeving regent het buiten de winterperiode slechts zelden, de Mandalou staat negen maaden per jaar kurkdroog. Terwijl ik in de verte donkere wolken zie, is de lucht hier blauw. Dat heeft trouwens ook invloed op de temperatuur. In de zomer kan het hier vlot een graad of twaalf vriezen, terwijl op de heuvel, nog geen kilometer verder, de thermometer nauwelijks onder nul komt. Maar tussen maart en eind november stijgt het kwik 's middags vlotjes richting 30 graden of meer. Micro-klimaatjes kunnen echt micromicro zijn. Wil je mooi weer, kom dan naar mijn dorpje, zou ik zeggen. Veel toeristen gaan pal aan de oevers van de Dordogne zitten. Dat is weliswaar romantisch, maar houd er rekening mee dat er in het Dordogne-dal op zomerochtenden vaak een dikke mist hangt die pas tegen tien of elf uur optrekt. Daar wordt niet iedereen vrolijk van. Ook zijn er relatief grote verschillen tussen de regio's. Zo hebben het noorden van de Périgord (omgeving Nontron), het centrum (omgeving Périgueux) of het westen (omgeving Bergerac) een minder interessant klimaat dan het zuidoosten van het département (omgeving Sarlat).
Elke dag kijk ik wel een keertje op http://www.weer.nl/ om te zien hoe het weer in Saint-Pompon is. Als ik op de radarbeelden zie dat het overal regent, is de lucht boven mijn geliefde dorpje meestal blauw.Nu wil ik niet zeggen dat Saint-Pompon daarmee uniek is, er zijn veel meer plekjes te vinden met zo'n ideaal microklimaat. Ontdek je plekje.

Vandaag in Saint-Pompon

Ikzelf blijf zielig alleen achter in Schilde. Om haf vier deze morgen is Carine naar Saint-Pompon vertrokken om een weekje op adem te komen. Passeert u deze week ons dorpje en ziet u een zwarte Chevy Avalanche op het marktpleintje, weet dan dat u van harte welkom bent voor een glas.