In Noord-Frankrijk, België en Nederland zijn de boeren meestal gespecialiseerd. Ze maken melk of suikerbieten, maar nooit melk en suikerbieten tegelijkertijd. Ze leven met de Europese subsidies en de leningen van de bank, gelukkig zijn ze niet. In de Franse binnenlanden is dat heel anders. Daar zijn sommige boeren nog bezig zoals hun overgrootvaders het deden. Diep in de eeuwige bossen van Saint Pompon gaan we zo'n boer opzoeken: Lucien Delgay. Hij is bijna tachtig jaar oud en leeft sinds de dood van zijn ouders helemaal alleen. Zijn contacten met de buitenwereld bestaan uit het wekelijkse kaartavondje, zijn transistorradio en zijn wekelijkse uitstap naar Saint-Pompon om er een brood te kopen. Lucien's neef speelt dan voor taxi. Op de kaartavonden maakt hij gepofte kastanjes en wafels, terwijl de eigen wijn, pineau en vieilles prunes rijkelijk vloeien. Het zelfgemaakte apparaat om de kastanjes in te poffen, dient tevens om er boven het haardvuur een kip of eend in te braden. Dat laatste gebeurt niet al te vaak, want Lucien leidt een voornamelijk vegetarisch leven. Niet uit principe, hij zegt: "een gebraden kip legt geen eieren meer."
Chabrol, pipoule en lou trempil
Wanneer we in zijn huis zijn binnengelaten, komen we ogen tekort. Vermoedelijk heeft Lucien in de loop van bijna tachtig jaar nog nooit iets weggegooid. Zijn woonkeuken lijkt op een museum. Bovendien schatten we het aantal lastige vliegen op vijfhonderd tot duizend. Lucien is voor ons maar moeilijk te volgen, hij spreekt alleen patois, het merkwaardige dialect van het zuidwesten. Wat eet een boer gewoonlijk? Lucien staat 's ochtends om half zes op en neemt dan een snee brood en cichorei (boerenkoffie). Om half acht, na een uurtje buiten te hebben gewerkt, komen twee gedroogde sardines op tafel met brood en rode wijn. Om twaalf uur is het tijd voor de soep. Levenslang staat er een pan soep op het vuur, gemaakt van seizoensgroenten met een lepel eendenvet. In het bord wordt brood gelegd en een teentje knoflook versnipperd. Dit wordt overgoten met soep. Wanneer het bord bijna leeg is, giet Lucien er een scheutje wijn in, waarna het bord wordt leeggeslurpt. Dat noemen we chabrol en alle boeren in het zuidwesten doen dat. Het is niet alleen een opkikker, ook is op deze manier de afwas gedaan. Af en toe gunt Lucien zich een gebakken eitje. Enkel op zon- en feestdagen komt er misschien vlees aan te pas. Bij het avondmaal komt de soep wederom op tafel, ditmaal gecombineerd met een salade van pipoule (postelein) met notenolie, verjus (azijn van nog groene druiven), ui, peper en zout. De maaltijd wordt afgesloten met een stukje kaas van de buurman. Om elf uur gaat Lucien slapen. Op zijn verjaardag is het groot feest, want dat is het jaarlijkse moment voor lou trempil. Warm vers brood wordt dan in pineau gedoopt.
De seizoenen
We weten nu hoe laat de boer opstaat en gaat slapen en wat hij eet. Maar wat doet hij de hele dag? Dat is tè veel om op te noemen. Lucien leidt ons buiten rond en we vinden het onvoorstelbaar dat hij àlles alleen doet. Hij houdt kippen voor hun eieren en er lopen kalkoenen rond die hij met de kerst verkoopt. Vijftien schapen zorgen voor lammeren en wol. Jaarlijks mest hij zo'n zestig eenden af voor de foie gras. Overal op zijn vele hectares tellende grond komen we fruitbomen tegen. Zo staan er 22 kersenbomen in 7 variëteiten, Lucien kent de rassen op zijn duimpje. Er staan legio soorten pruim (vooral voor de alcohol), perzik, abrikoos, kiwi, kweepeer, rode bes, citroen, vijg, appel, peer (de Williams voor de alcohol), walnoot, braam, framboos, ja zelfs banaan. Lucien legt uit dat hij vroege en late rassen heeft, hij oogst fruit van half mei tot eind oktober. De boer had ons niet verteld dat hij fruit at bij het eten. "Dat doe ik ook niet. Fruit eet je onder de boom, de hele dag door." De potager, de groententuin, is indrukwekkend groot. Een belangrijk gedeelte daarvan is ingericht voor de teelt van diverse bonen. Voor de soep uiteraard. Daarnaast zien we zo ongeveer àlle groentes die we op school hebben geleerd, van linzen tot pompoen. Verder worden snijbiet en maïs verbouwd, want dat hebben de dieren nodig. En niet te vergeten veel druiven, want een boer drinkt wijn. Lucien verbouwt maar liefst zestien verschillende druivenrassen, hij heeft er plezier in om daaruit zijn eigen cuvées samen te stellen. Verder zien we nog bijenkorven en nog veel meer. Let wel: alles wat Lucien doet, is volkomen biologisch. Bestrijdingsmiddelen gebruikt hij niet, die zijn te duur. Door de ene groentesoort bij de andere te zetten, vermijd je ongedierte. Schimmels voorkom je door voldoende ventilatieruimte tussen de aanplant te houden. En soms zijn er probate eeuwenoude oplossingen. Plaatsen in het bos waarvan Lucien weet dat er veel cèpes (eekhoorntjesbrood) gaan groeien, bestrooit hij met as. Daar hebben slakken een hekel aan. En de aardappelen dan? Je moet toch oppassen voor coloradokevers? Lucien vangt ze één voor een met de hand. En everzwijnen en reeën die de gewassen vernietigen? Daarvoor heeft de boer rond zijn landerijen schrikdraad geplaatst. Schieten wil hij niet.
Chocoladekoekjes
Met Lucien ontmoeten we dus een boer die zowat àlles produceert en verbouwt wat op het noordelijk halfrond mogelijk is. Van de opbrengst wordt slechts een klein deel verkocht. Veruit het meeste is om de boer te voeden, precies zoals dat honderd jaar geleden ging. Veel meer dan één wekelijks brood en een electriciteitsaansluiting voor zijn gloeilampje in de keuken koopt Lucien niet. Maar als we terug aan tafel zijn, gaat hij naar de slaapkamer en komt tien minuten later na veel hoorbaar gerommel en gestommel terug. Trots maakt hij een pak chocoladekoekjes open, want voor gasten heb je altijd iets achter de hand. Telkens wanneer we een nieuw koekje in ons mond hebben, spoort hij ons aan om er nòg een te pakken en hij geniet er zichtbaar van. Een banaal chocoladekoekje wordt dan ineens bijzonder, ook al beseffen we dat de uiterste verkoopdatum zo'n twaalf jaar geleden verstreken is.
Na de koekjes komen de flessen op tafel. Witte en rode wijn, witte en rode pineau, sterke dranken en likeuren, àlles zelf gemaakt. Willen we nog méér zien? Lucien neemt ons mee naar een monumentale gewelfde kelder die de oppervlakte van een gemiddelde supermarkt heeft. Deze kelder staat hélemaal vol met glazen potten, gevuld met zijn oogsten. Vermoedelijk zullen sommige potten er al meer dan vijftig jaar staan. Gelukkig, want met de jaren wordt de smaak alsmaar beter. Heeft de boer nog recepten voor ons? Luciens favoriet is de marc (wijnalcohol) met mirabellen. Per liter marc gebruikt hij vier soeplepels suiker. Een andere specialiteit is de eau de noix. Hiervoor wordt 5 liter rode wijn gemengd met 1 liter pruimenalcohol, 1 kilo suiker en een handvol bladeren van de notenboom. Lucien: "Mijn moeder gebruikte het sap van jonge noten, maar dat vind ik teveel werk." Een tip: wanneer de alcohol te sterk is, verdun deze dan met regenwater. "Nooit met kraanwater, want dat maakt de alcohol troebel."
In het groeiseizoen heeft Lucien onvoorstelbaar veel werk te doen. In de wintermaanden houdt hij dus vakantie? Nee, alles behalve. Dan worden namelijk de eenden en kalkoenen afgemest, hebben de schapen aandacht nodig en is er ook de nodige huisvlijt. Zo verwerkt Lucien voor een opdrachtgever jaarlijks drie ton walnoten tot cerneaux.
Even nadenken
Een wekelijks brood, een stukje kaas en twintig euro per jaar voor de energiemaatschappij, dat is het enige waarvoor Lucien geld nodig heeft. Bankleningen hoeft hij niet af te lossen, bang voor mislukte oogsten hoeft hij niet te zijn, machines kunnen niet kapot gaan, personeel kan niet ziek worden. En mocht hijzelf ziek worden, zullen er altijd buren zijn die zijn taken tijdelijk overnemen of een stukje hemels fruit voor hem plukken. Wekelijks een gebakken eitje, misschien af en toe een kippetje, op zijn verjaardag een lekkernij en... in geval van uitzonderlijk bezoek een pakje chocoladekoekjes. Wat kan het leven móói zijn. Dan moeten we automatisch denken aan de boeren van het noorden met hun eeuwige maagzweren. Hun leven hangt af van de Europese ministerraad, bestrijdingsmiddelen en bankiers. Wonder boven wonder houden ze hun hoofd misschien boven water. We hebben het Lucien niet uitgelegd, want hij is té intelligent om dat alles te willen begrijpen...
Chabrol, pipoule en lou trempil
Wanneer we in zijn huis zijn binnengelaten, komen we ogen tekort. Vermoedelijk heeft Lucien in de loop van bijna tachtig jaar nog nooit iets weggegooid. Zijn woonkeuken lijkt op een museum. Bovendien schatten we het aantal lastige vliegen op vijfhonderd tot duizend. Lucien is voor ons maar moeilijk te volgen, hij spreekt alleen patois, het merkwaardige dialect van het zuidwesten. Wat eet een boer gewoonlijk? Lucien staat 's ochtends om half zes op en neemt dan een snee brood en cichorei (boerenkoffie). Om half acht, na een uurtje buiten te hebben gewerkt, komen twee gedroogde sardines op tafel met brood en rode wijn. Om twaalf uur is het tijd voor de soep. Levenslang staat er een pan soep op het vuur, gemaakt van seizoensgroenten met een lepel eendenvet. In het bord wordt brood gelegd en een teentje knoflook versnipperd. Dit wordt overgoten met soep. Wanneer het bord bijna leeg is, giet Lucien er een scheutje wijn in, waarna het bord wordt leeggeslurpt. Dat noemen we chabrol en alle boeren in het zuidwesten doen dat. Het is niet alleen een opkikker, ook is op deze manier de afwas gedaan. Af en toe gunt Lucien zich een gebakken eitje. Enkel op zon- en feestdagen komt er misschien vlees aan te pas. Bij het avondmaal komt de soep wederom op tafel, ditmaal gecombineerd met een salade van pipoule (postelein) met notenolie, verjus (azijn van nog groene druiven), ui, peper en zout. De maaltijd wordt afgesloten met een stukje kaas van de buurman. Om elf uur gaat Lucien slapen. Op zijn verjaardag is het groot feest, want dat is het jaarlijkse moment voor lou trempil. Warm vers brood wordt dan in pineau gedoopt.
De seizoenen
We weten nu hoe laat de boer opstaat en gaat slapen en wat hij eet. Maar wat doet hij de hele dag? Dat is tè veel om op te noemen. Lucien leidt ons buiten rond en we vinden het onvoorstelbaar dat hij àlles alleen doet. Hij houdt kippen voor hun eieren en er lopen kalkoenen rond die hij met de kerst verkoopt. Vijftien schapen zorgen voor lammeren en wol. Jaarlijks mest hij zo'n zestig eenden af voor de foie gras. Overal op zijn vele hectares tellende grond komen we fruitbomen tegen. Zo staan er 22 kersenbomen in 7 variëteiten, Lucien kent de rassen op zijn duimpje. Er staan legio soorten pruim (vooral voor de alcohol), perzik, abrikoos, kiwi, kweepeer, rode bes, citroen, vijg, appel, peer (de Williams voor de alcohol), walnoot, braam, framboos, ja zelfs banaan. Lucien legt uit dat hij vroege en late rassen heeft, hij oogst fruit van half mei tot eind oktober. De boer had ons niet verteld dat hij fruit at bij het eten. "Dat doe ik ook niet. Fruit eet je onder de boom, de hele dag door." De potager, de groententuin, is indrukwekkend groot. Een belangrijk gedeelte daarvan is ingericht voor de teelt van diverse bonen. Voor de soep uiteraard. Daarnaast zien we zo ongeveer àlle groentes die we op school hebben geleerd, van linzen tot pompoen. Verder worden snijbiet en maïs verbouwd, want dat hebben de dieren nodig. En niet te vergeten veel druiven, want een boer drinkt wijn. Lucien verbouwt maar liefst zestien verschillende druivenrassen, hij heeft er plezier in om daaruit zijn eigen cuvées samen te stellen. Verder zien we nog bijenkorven en nog veel meer. Let wel: alles wat Lucien doet, is volkomen biologisch. Bestrijdingsmiddelen gebruikt hij niet, die zijn te duur. Door de ene groentesoort bij de andere te zetten, vermijd je ongedierte. Schimmels voorkom je door voldoende ventilatieruimte tussen de aanplant te houden. En soms zijn er probate eeuwenoude oplossingen. Plaatsen in het bos waarvan Lucien weet dat er veel cèpes (eekhoorntjesbrood) gaan groeien, bestrooit hij met as. Daar hebben slakken een hekel aan. En de aardappelen dan? Je moet toch oppassen voor coloradokevers? Lucien vangt ze één voor een met de hand. En everzwijnen en reeën die de gewassen vernietigen? Daarvoor heeft de boer rond zijn landerijen schrikdraad geplaatst. Schieten wil hij niet.
Chocoladekoekjes
Met Lucien ontmoeten we dus een boer die zowat àlles produceert en verbouwt wat op het noordelijk halfrond mogelijk is. Van de opbrengst wordt slechts een klein deel verkocht. Veruit het meeste is om de boer te voeden, precies zoals dat honderd jaar geleden ging. Veel meer dan één wekelijks brood en een electriciteitsaansluiting voor zijn gloeilampje in de keuken koopt Lucien niet. Maar als we terug aan tafel zijn, gaat hij naar de slaapkamer en komt tien minuten later na veel hoorbaar gerommel en gestommel terug. Trots maakt hij een pak chocoladekoekjes open, want voor gasten heb je altijd iets achter de hand. Telkens wanneer we een nieuw koekje in ons mond hebben, spoort hij ons aan om er nòg een te pakken en hij geniet er zichtbaar van. Een banaal chocoladekoekje wordt dan ineens bijzonder, ook al beseffen we dat de uiterste verkoopdatum zo'n twaalf jaar geleden verstreken is.
Na de koekjes komen de flessen op tafel. Witte en rode wijn, witte en rode pineau, sterke dranken en likeuren, àlles zelf gemaakt. Willen we nog méér zien? Lucien neemt ons mee naar een monumentale gewelfde kelder die de oppervlakte van een gemiddelde supermarkt heeft. Deze kelder staat hélemaal vol met glazen potten, gevuld met zijn oogsten. Vermoedelijk zullen sommige potten er al meer dan vijftig jaar staan. Gelukkig, want met de jaren wordt de smaak alsmaar beter. Heeft de boer nog recepten voor ons? Luciens favoriet is de marc (wijnalcohol) met mirabellen. Per liter marc gebruikt hij vier soeplepels suiker. Een andere specialiteit is de eau de noix. Hiervoor wordt 5 liter rode wijn gemengd met 1 liter pruimenalcohol, 1 kilo suiker en een handvol bladeren van de notenboom. Lucien: "Mijn moeder gebruikte het sap van jonge noten, maar dat vind ik teveel werk." Een tip: wanneer de alcohol te sterk is, verdun deze dan met regenwater. "Nooit met kraanwater, want dat maakt de alcohol troebel."
In het groeiseizoen heeft Lucien onvoorstelbaar veel werk te doen. In de wintermaanden houdt hij dus vakantie? Nee, alles behalve. Dan worden namelijk de eenden en kalkoenen afgemest, hebben de schapen aandacht nodig en is er ook de nodige huisvlijt. Zo verwerkt Lucien voor een opdrachtgever jaarlijks drie ton walnoten tot cerneaux.
Even nadenken
Een wekelijks brood, een stukje kaas en twintig euro per jaar voor de energiemaatschappij, dat is het enige waarvoor Lucien geld nodig heeft. Bankleningen hoeft hij niet af te lossen, bang voor mislukte oogsten hoeft hij niet te zijn, machines kunnen niet kapot gaan, personeel kan niet ziek worden. En mocht hijzelf ziek worden, zullen er altijd buren zijn die zijn taken tijdelijk overnemen of een stukje hemels fruit voor hem plukken. Wekelijks een gebakken eitje, misschien af en toe een kippetje, op zijn verjaardag een lekkernij en... in geval van uitzonderlijk bezoek een pakje chocoladekoekjes. Wat kan het leven móói zijn. Dan moeten we automatisch denken aan de boeren van het noorden met hun eeuwige maagzweren. Hun leven hangt af van de Europese ministerraad, bestrijdingsmiddelen en bankiers. Wonder boven wonder houden ze hun hoofd misschien boven water. We hebben het Lucien niet uitgelegd, want hij is té intelligent om dat alles te willen begrijpen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten