donderdag 7 juli 2011

Bonjouren


Zie hier een Nederlands werkwoord dat in een maand als juli overuren maakt. Ik heb het eigenlijk nooit echt goed begrepen en het is voer voor psychologen. Stel dat ik in Nederland of België de mensen op straat goeiendag zeg. Men is dat bijna in staat om de politie te bellen, bedreigd door zo'n overmaat aan brute intimiteit. Soms, na lange tijd in Frankrijk te zijn geweest, heb ik wel eens de neiging om de passanten op straat te groeten. Dat leer ik dan echter zeer snel af, want iedereen kijkt verschrikt.
Maar dan een dag als vandaag. Ik ben voor het huis bezig met het voegen van de stenen muur en om de haverklap komen er toeristen voorbij gewandeld, meestal Nederlanders of Vlamingen. En wat zegt iedereen tegen mij? Jawel, men zegt bonjour. Ongevraagd. Met andere woorden, verdorie, men groet mij. Dezelfde mensen die in de lage landen de politie zouden willen bellen. Kennelijk hoort dat bij de vakantie, zoals ook de typische technicolour vakantiekleding erbij hoort. Bonjour, bonjour, bonjour, de toeristen weten van geen ophouden. En dan, na enkele weken bonjouren, zijn ze weer thuis. De groet gaat dan voor dik elf maanden in de kast. Merkwaardig, vindt u niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten