zondag 19 september 2010

Dikke kuiten ofwel de jeneverbes


Vanochtend heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben vele kilometers de oude Romeinse weg gaan volgen. Binnen ons dorp heet hij merkwaardig genoeg "Route des anglais", de Engelse weg. Dat zal neem ik aan wel uit de honderdjarig oorlog tegen de Engelsen stammen.
In de boeken van Asterix zijn de Romeinse legionairs altijd afgebeeld met weelderige kuiten, vanaf vandaag weet ik hoe dat komt. De Romeinen lieten hun wegen nooit via de dalen lopen, altijd via de heuvelruggen. Daar was de beveiliging beter. Maar dat wil wel zeggen dat de colonnes der legioenen altijd continu bergop bergaf moesten. Zoals ik vandaag. Ik zweer u dat je daar volwassen kuiten van krijgt.
Aan de rand van het dorp is de Romeinse weg een onooglijk paadje dat je al snel over het hoofd ziet. Na een steile klim van een paar honderd meter verandert alles. Daar wordt de weg breed en is hij omgeven door een verdedigingswal van zware stenen. Zoals ook bij de hunebedden stel ik me de vraag: hoe kregen de mensen die voeger op hun plaats? Ik ben nu op de heuvel Les Grilloux (letterlijk de geroosterde), zoals ik al eerder meldde een geheimzinnige zelfs spookachtige omgeving. Hier en daar zie je goepjes verweerde stenen die aan grafheuvels doen denken, enkele bouwsels zijn nog een beetje gaaf gebleven en hebben metersdikke muren en daken. Van hieruit heb je en perfect uitzicht op het dorp. Merkwaardig is dat je de mensen op het dorpsplein bijna letterlijk kunt verstaan, ook al is de afstand in vogelvlucht vijfhonderd meter.
Na het maken van veel foto's besluit ik om de weg verder te volgen, helaas voor mij lijkt er aan de klim geen einde te komen, het duurt minstens een uur voordat ik het hoogste punt bereik, de plek waar sinds twee jaar een zendmast van de telefoonmaatschappij staat en die ervoor zorgt dat we sindsdien zelfs mobiel kunnen bellen. Ja, de tijd staat niet stil hier.
De weg die tweeduizend jaar geleden zo trots zal zijn geweest, is verworden tot een ding van nog geen meter breed. Het plaveisel is overwoekerd en verzand. Maar toch kom je de mooi vierkante stenen hier en daar tegen, ze liggen er nog wel degelijk. Gedurende de hele klim is het landschap naargeestig, het is hier een bos van oude jeneverstruiken waarvan de bemoste takken hangen te hangen. Vermoedelijk kan op deze heuvel de volledige Europese consumptie van jeneverbessen worden geoogst, zo overdenk ik. Wat doen de inboorlingen met de besjes? Terug in het dorp ga ik in het café een welverdiende pint pakken en stel er de vraag. Nicole, die toch heel veel van de traditionele plaatselijke gastronomie weet, moet heel lang nadenken en haalt dan de schouders op. Kennelijk begrijpen ze in Saint-Pompon niet dat je met die vele tonnen besjes die hier groien, iets kun doen. Meerdere inboorlingen gaan zich nu met ons gesprek bemoeien. Claude weet te vertellen dat je jeneverbessen gebruikt in de "parure aromatique" voor de fond wanneer je haas bereidt. Wij zouden spreken over een boeket. Claude weet wat er in de parure moet: wortel, ui, tijm, laurier, jeneverbessen, perperkorrels, selderij en knoflook. Plotseling weet ook René een recept waain je jeneverbes gebruikt: Les Cailles en croûte sauce périgourdine. Hij belooft me om zijn recept op de zoeken, dat hebt u nog van me tegoed.
Toch wel vreemd dat een typisch plaatselijke grondstof bijna niet wordt gebruikt. Maar ja, het is zoals Nicole het uitlegt: We hebben hier grondstoffen genoeg.

De Romeinse weg


Les Grilloux


Het uitzicht vanaf de ruïnes


Het jeneverbos

Geen opmerkingen:

Een reactie posten