Saint-Pompon is een dorpje in de Franse binnenlanden. In het département Dordogne (24) om precies te zijn. Ofwel in de Périgord Noir.
Carine en ik belandden hier een jaar of tien geleden. De Périgord was al vele jaren onze vakantiebestemming, want truffels, foie gras, cèpes, aardbeien, kweeperen, cabecou kaasjes, palombes (houtduifjes), vieilles prunes (alcohol), de wijnen van Pécharmant en Monbazillac, in de as (van de open haard) gerijpte hammen, enzovoort, zijn hier nooit ver weg.
Er heerste op zeker moment een hittegolf die niet leuk meer was. We besloten om in de auto wat rond te rijden, de airco was een genot. Al rijdend kwamen we ineens bij een dorpje uit dat een bepaald gevoel had. Net of je er geboren was of er op z'n minst je jeugd had doorgebracht. Dat gevoel hadden we allebei. We besloten om de hitte te trotseren om een wandelingetje te maken. En plotseling was het daar: een bouwval midden in het centrum, pal tegenover het monumentale duizendjarige poortje. Er hing een piepklein handgschreven bordje aan: à vendre. Te koop dus.
We belden het aangegeven nummer en een vrouwtje noemde in rap Frans de prijs. Zoveel miljoen. Die miljoenen konden we niet betalen, dus waren we teleurgesteld. Tot de volgende dag een Fransoos ons uitlegde dat het vermoedelijk om ancienne francs ging. In 1962 is namelijk de Franse franc gedevalueerd. 1 franc werd toen 1 centime. De mensen op het platteland rekenen nog steeds in dat oude spul. Dus werd de vraag plotseling gedeeld door honderd. Dat was een prijs die we met twee vingers in de neus konden betalen.
Nu is het niet zo dat je in Frankrijk meteen naar de notaris kan. Er moeten namelijk officiële onderzoeken gebeuren. Het eerste onderzoek betreft termieten. Een huis met termieten mag namelijk niet worden verkocht. Het tweede onderzoek is de aanwezigheid van lood, vooral in de aanwezige verf. In het najaar waren de rapporten klaar en kon de acte passeren. De notaris mompelde iets over een tuin. Er was toch gaan tuin bij? Jawel, de bewoners van klassieke dorpjes (die voeger een stadsmuur hadden) hebben hun tuin buiten het dorp. Dat was een meevaller. We gingen de notarisdeur uit met enorme sleutels die heel zwaar wogen maar vermoedelijk geen enkele beveiligingswaarde hebben.
Carine had aarzelend toegstemd met de koop. Het was inderdaad een puinhoop. Ze baseerde zich op mijn fantasie en enthousiasme. Op mij vertrouwen, daar kreeg ze aanvankelijk veel spijt van. We begonnen te wroeten in een puinhoop zonder weerga.
Carine en ik belandden hier een jaar of tien geleden. De Périgord was al vele jaren onze vakantiebestemming, want truffels, foie gras, cèpes, aardbeien, kweeperen, cabecou kaasjes, palombes (houtduifjes), vieilles prunes (alcohol), de wijnen van Pécharmant en Monbazillac, in de as (van de open haard) gerijpte hammen, enzovoort, zijn hier nooit ver weg.
Er heerste op zeker moment een hittegolf die niet leuk meer was. We besloten om in de auto wat rond te rijden, de airco was een genot. Al rijdend kwamen we ineens bij een dorpje uit dat een bepaald gevoel had. Net of je er geboren was of er op z'n minst je jeugd had doorgebracht. Dat gevoel hadden we allebei. We besloten om de hitte te trotseren om een wandelingetje te maken. En plotseling was het daar: een bouwval midden in het centrum, pal tegenover het monumentale duizendjarige poortje. Er hing een piepklein handgschreven bordje aan: à vendre. Te koop dus.
We belden het aangegeven nummer en een vrouwtje noemde in rap Frans de prijs. Zoveel miljoen. Die miljoenen konden we niet betalen, dus waren we teleurgesteld. Tot de volgende dag een Fransoos ons uitlegde dat het vermoedelijk om ancienne francs ging. In 1962 is namelijk de Franse franc gedevalueerd. 1 franc werd toen 1 centime. De mensen op het platteland rekenen nog steeds in dat oude spul. Dus werd de vraag plotseling gedeeld door honderd. Dat was een prijs die we met twee vingers in de neus konden betalen.
Nu is het niet zo dat je in Frankrijk meteen naar de notaris kan. Er moeten namelijk officiële onderzoeken gebeuren. Het eerste onderzoek betreft termieten. Een huis met termieten mag namelijk niet worden verkocht. Het tweede onderzoek is de aanwezigheid van lood, vooral in de aanwezige verf. In het najaar waren de rapporten klaar en kon de acte passeren. De notaris mompelde iets over een tuin. Er was toch gaan tuin bij? Jawel, de bewoners van klassieke dorpjes (die voeger een stadsmuur hadden) hebben hun tuin buiten het dorp. Dat was een meevaller. We gingen de notarisdeur uit met enorme sleutels die heel zwaar wogen maar vermoedelijk geen enkele beveiligingswaarde hebben.
Carine had aarzelend toegstemd met de koop. Het was inderdaad een puinhoop. Ze baseerde zich op mijn fantasie en enthousiasme. Op mij vertrouwen, daar kreeg ze aanvankelijk veel spijt van. We begonnen te wroeten in een puinhoop zonder weerga.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten