zondag 5 juni 2011

De bezetting van de twintiger jaren


Wat in geen enkel geschiedenisboek te lezen staat, is dat Frankrijk ook in de twintiger jaren van de vorige eeuw bezet werd. Niet door de Duitsers.

In m'n heel vroegere leven heb ik beroepsmatig gevaren getrotseerd. Hoogtevrees had ik allerminst, want ik tokkelde, klom en sprong er vrolijk op los. Zo'n vijf jaar geleden echter, ik weet nog steeds niet hoe het kwam, stond ik plotseling te rillen als een rietje toen ik de ladder opging. Met knikkende knieën en klapperende tanden schoof ik voetje voor voetje weer naar beneden. Maar ja, ik moet in Saint-Pompon een huis verbouxwen, dus dat schiet niet op. Het huis is van binnen een droom, aan de buitenkant moet ik nog steeds bezetsel wegkappen om de vrijkomende natuurstenen mooi lichtgeel te voegen. Ik heb me voorgenomen om dit werkje deze zomer af te maken en daarvoor ben ik bij mezelf op cursus gegaan. Stiekem, zodat vooral niemand het kon zien, heb ik in Schilde een uitschuifladder tegen een boom gezet om te oefenen. Nu ben ik gelukkig weer zover dat ik de ladder op kan rennen en en passant onderweg nog even in de handen klap. Ik ben er dus weer helemaal klaar voor, laat het zand, de kalk en het cement maar komen!
De meeste natuurstenen huizen in Frankrijk zijn bezet met een vieze grauwe cementlaag. Het blijkt dat dit in de twintiger jaren van de vorige eeuw plotseling mode werd, overgewaaid uit Parijs. Hoeveel miljoenen tonnen cement moet hiervoor gebruikt zijn! En al die miljoenen tonnen worden tegenwoordig weer driftig afgekapt. Het is vooral een tijdrovend werk waar je grote neusgaten van krijgt. Met een hamer en bijtel hoef je het niet te proberen, je moet geëquipeerd zijn. Voor het werk heb ik drie klopboren aangeschaft: een kleintje, een middelmaat en een hele grote. Het kleintje gebruik je om boven je macht te werken, met de grootste val je de onderste halve meter aan want die is van een soort beton. Nadat het bezetsel weg is, moet je de oude zandvoegen tussen de stenen tot zo'n 10 cm diepte vrijmaken met een oude schroevendraaier. Na al dit vreselijke werk ben je nog maar op de helft, want het voegen kan beginnen.
Het recept voor de voegspecie is op elke plaats anders, want je moet de kleur van de stenen zo veel mogelijk respecteren. In Saint-Pompon zijn de stenen lichtgeel. Daarom gebruik ik 14 delen rood zand uit de plaatselijke groeve op 5 delen kalk (Tradifargue) en 3 delen witte cement. Het is onvoorstelbaar hoeveel voegsel er in de muren kruipt. Om een indruk te geven: bij de binnenmuren heb ik hetzelfde gedaan, voor één huis had ik 4 kuub zand nodig!
Sommige huizen worden helemaal verpest door gewone grijze cement te gebruiken. Helemaal fout, zo vind ik. Op de foto ziet u mijn recept op de muur van een slaapkamer.

1 opmerking: