Gaan we één van onze huizen verkopen? Ik zal u uitleggen waarom ik mezelf die vraag stel. De afgelopen twaalf jaar heb ik in mijn dorpje in de Périgord vrijwel niet anders gedaan dan restaureren en verbouwen. Ik begon aan een 14e eeuwse ruïne en maakte er in zes jaar tijd een droompaleisje van. Toen ik er mee klaar was, had ik de smaak dermate te pakken dat ik nóg zo'n ruïne kocht: de oude dorpssmederij. Deze bleek een smidse-vloer uit de Gallo-Romeinse tijd te hebben, dus is veel ouder dan ik had gedacht. Alweer ben ik zes jaar bezig geweest. De prachtige houten plafonds onder de kalk vandaan toveren, maandenlang muren afbikken om de natuursteen weer zichtbaar te maken, verstopte buitendeuren in ere herstellen, de volledige electra vernieuwen, enzovoort. De living kreeg een dikke parketvloer van kastanje, er kwam een nieuwe open keuken die van alle gemakken is voorzien, de twee slaapkamers werden echte juwelen en de badkamer is van het type nog-nooit-gezien. Absurd groot, met tweepersoons bubbelbad en met een douchecabine die met een druk op de knop stoomcabine wordt. De achtertuin werd opnieuw aangelegd, met zowel een open als overdekt terrasje en een grasmat. Gisteren zijn we planten gaan kopen voor het voortuintje dat we vandaag gaan inrichten. Het is kortom alweer een droompaleis geworden.
Maar nu zit ik met een levensgroot probleem. In de loop van die twaalf jaar ben ik dermate aan het restaureren verslaafd geraakt dat ik de kriebels blijf hebben. Vandaar dat ik overweeg om de "forge" (voormalige smederij) te verkopen om van de opbrengst weer een ruïne te kopen. Als ik onze enkele duizenden uren niet reken en alleen de aanvangsinvestering plus materialen tel, kom ik op een bedrag van 165.000 euro. Als u een bod wilt doen, het mag. norbert@saisonnier.net
woensdag 11 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten